1.6 week 13 vergelijkende trap

Degrees of comparisons 
Hoe maak je een vergelijking in het Engels?
Grab your workbook B & pencil case
timer
1:00
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Degrees of comparisons 
Hoe maak je een vergelijking in het Engels?
Grab your workbook B & pencil case
timer
1:00

Slide 1 - Diapositive

Today
  • Trappen van vergelijking
  • Uitleg: Vergrotende trap
  • Mini opdracht
  • Uitleg: Overtreffende trap
  • Mini opdracht
  • Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Lesson goal

After this lesson you can:
Use the degrees of comparisons in English to compare people or things

Slide 3 - Diapositive

Waarom is het belangrijk dat je kan vergelijken in het Engels?
Biggest



Bigger



Big

Slide 4 - Diapositive

Als we zelfstandige naamwoorden vergelijken en iets of iemand is groter / sneller/ leuker / mooier/ lekkerder enz. dan noemen we dat de : vergrotende trap
                      groot       groter

Slide 5 - Diapositive

In het Engels zet je dan -er achter het woord 
small - smaller
fast - faster
high - higher
       small           smaller

Slide 6 - Diapositive

3 Uitzonderingen:
woorden die eindigen op een griekse y
bijv : ugly, lazy, early
Bij de vergrotende trap verdwijnt de -y
en komt er -ier achter
1

Slide 7 - Diapositive

2
woorden die eindigen op -e
bijv : safe, nice, large
Bij de vergrotende trap komt er een -r achter het woord

Slide 8 - Diapositive

Woorden van 1 lettergreep met 1 klinker die eindigen op 1 medeklinker
3
bijv : big , fat, hot
Bij de vergrotende trap verdubbelt de medeklinker + er
bigger/ fatter/ hotter

Slide 9 - Diapositive

Achter het woord + er zet je dan than
This cupcake is smaller than that one
smaller than

Slide 10 - Diapositive

Examples
A whale is ........(big) than a shark
The teeth of a lion are .........(sharp) than the teeth of a fish





Slide 11 - Diapositive

Go to p.46 and write down your answers
In Indonesia, food is .......... (cheap) than in the Netherlands

Slide 12 - Question ouverte

A bag of stones is ......... (heavy) than a bag of feathers

Slide 13 - Question ouverte

Today
  • Trappen van vergelijking
  • Uitleg: Vergrotende trap
  • Mini opdracht
  • Uitleg: Overtreffende trap
  • Mini opdracht
  • Zelfstandig aan de slag

Slide 14 - Diapositive

Als we vergelijken en iets is het mooist/ grootst/ lekkerst/ leukst enz. dan noemen we dit de overtreffende trap
           groot                 groter                 grootst

Slide 15 - Diapositive

in het Engels zet je dan -est achter het woord 
fastest 
smallest
highest
            small          smaller    smallest
This is the smallest 

Slide 16 - Diapositive

woorden die eindigen op een griekse y
Bij de overtreffende trap verdwijnt 
de -y en komt er -iest achter
1
a tasty cupcake 
a tastier cupcake 
the tastiest cupcake

Slide 17 - Diapositive

2
woorden die eindigen op -e
Bij de overtreffende trap komt er een -st achter het woord
a large cupcake
a larger cupcake
the largest cupcake

Slide 18 - Diapositive

Woorden van 1 lettergreep met 1 klinker die eindigen op 1 medeklinker
3
Bij de overtreffende trap
verdubbelt de medeklinker + est
         
a big cupcake
a bigger cupcake
the biggest cupcake

Slide 19 - Diapositive

Er zijn ook lange zelfstandige naamwoorden.
Deze hebben 3 of meer lettergrepen:
  • beautiful
  • intelligent
  • wonderful
  • exciting
  • difficult

Slide 20 - Diapositive

Bij deze lange woorden maak je de vergrotende trap door more voor het woord te zetten en overtreffende trap most
  • more beautiful than..
  • most beautiful

Slide 21 - Diapositive

Examples
A sloth is the ........(lazy) animal of the jungle
The dolphin is the .........(intelligent) animal of the sea.

Slide 22 - Diapositive

He has the.......... (fast) car in our family.

Slide 23 - Question ouverte

In Bali, you have the ..........(amazing) view I have ever seen

Slide 24 - Question ouverte

Your turn!
  • Check what you've learned
  • Use p. 207 of your workbook
  • Do the exercises on your worksheet
First 5 min. in silence

Finished? Check your answers!


timer
3:00

Slide 25 - Diapositive

Goodmorning!

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Slide 28 - Lien

Noem een voorbeeld uit het liedje van een vergelijkende trap

Slide 29 - Question ouverte

een aantal woorden van 2 lettergrepen krijgen ook more en most
bijvoorbeeld famous en boring

Slide 30 - Diapositive

This is .............
exercise on the worksheet.
A
the difficultest
B
the most difficult
C
the most difficultest
D
the more difficulter

Slide 31 - Quiz

my sister has ...................
hobby in the world.
A
the most interesting
B
the more interestinger
C
the interestingest
D
the most interstingest

Slide 32 - Quiz

He is .......... teacher in the country.
A
the goodest
B
gooder than
C
the best
D
better than

Slide 33 - Quiz

Oh no, this is my ............ nightmare!
A
badder
B
baddest
C
worse
D
worst

Slide 34 - Quiz

My cousin is ................his classmates
A
the most intelligent
B
the most intelligentest
C
more intelligent than
D
more intelligenter than

Slide 35 - Quiz

My life is ................. yours
A
more boring than
B
more boringer than
C
the most boring
D
the most boringest

Slide 36 - Quiz