2F Werkwoordspelling voltooid deelwoord

Deze les
  • Werkwoordspelling: voltooid deelwoord (vd)

Leerdoel: je kunt een vd herkennen en je weet hoe je het moet schrijven.
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Deze les
  • Werkwoordspelling: voltooid deelwoord (vd)

Leerdoel: je kunt een vd herkennen en je weet hoe je het moet schrijven.

Slide 1 - Diapositive

Vorm een zin
met een vd.

Slide 2 - Carte mentale

Mees verandert vaak zijn
inrichting, maar Guus heeft
nog nooit de inrichting veranderd.

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

Voltooid deelwoord (iets is gebeurd)




Mees verandert vaak zijn inrichting, maar Guus heeft nog nooit de inrichting veranderd.
Vorig jaar heeft Mees de vakantiebestemming bepaald, maar Guus bepaalt het dit jaar.


Slide 5 - Diapositive

Zwak werkwoord
Voor een zwak werkwoord gebruiken we 't sexy fokschaap

    Astrid heeft hard gewerkt. (= stam+t --> werk+t)
    Ik had hem niet herkend. (= stam+d --> herken+d)


Slide 6 - Diapositive

Sterk werkwoord
Het voltooid deelwoord van een sterk werkwoord eindigt meestal op -n of -en:

    Heb je het nou begrepen?   begrijpen - begrepen
    Wie heeft dat gedaan?   doen - deden
We hebben gisteren gezwommen.   zwemmen - zwommen

Slide 7 - Diapositive

‘t kofschip + sisklank
Ik ben (verhuizen).
  1. verhuiz
  2. Ik ben verhuisd.

Ik heb (verven).
  1. verv
  2. Ik heb geverfd.



  1. Kijk naar de stam.
  2. Laatste letter stam in                ‘t sexy fokschaap

Ja = ge-, ver-, ont-, be- +t
Nee = ge-, ver-, ont-, be- +d

Verlengingsproef kun je ook gebruiken, maak het woord langer.

Slide 8 - Diapositive


timer
0:30
A
Goed
B
Fout - gemailet
C
Fout - gemaildt
D
Fout - gemaild

Slide 9 - Quiz

Ik had ___ (beloven) hem de prijs te geven, maar hij heeft ___ (weigeren).
timer
0:30
A
beloofd - geweigerd
B
belooft - geweigert
C
belooft - geweigerd
D
beloofd - geweigert

Slide 10 - Quiz

De kat heeft de bank kapot ___ (krabben) en nu hebben wij een nieuwe bank ___ (aanschaffen).
timer
0:30
A
gekrabd - aangeschafd
B
gekrabt - aangeschaft
C
gekrabd - aangeschaft
D
gekrabt - aangeschafd

Slide 11 - Quiz


Er wordt
timer
0:30
A
Goed
B
Fout - besteet
C
Fout - besteed

Slide 12 - Quiz

Ik heb mijn huiswerk (verwaarlozen)... .
timer
0:30
A
verwaarloost
B
verwaarloosd

Slide 13 - Quiz

Welk werkwoord is GEEN persoonsvorm?
TIP: verander van tijd.
"Danilo beweert dat hij nooit heeft geleerd
wat een persoonsvorm is."
timer
0:30
A
beweert
B
heeft
C
geleerd
D
is

Slide 14 - Quiz

Jessica (geloven)... niet meer in Sinterklaas.
timer
0:30
A
gelooft
B
geloofd

Slide 15 - Quiz

Ze geeft zelfs aan dat ze er nooit in heeft (geloven)...
timer
0:30
A
gelooft
B
geloofd
C
geloofdt

Slide 16 - Quiz

De broodjes in de kantine zijn heerlijk ...
timer
0:30
A
belegd
B
verlegd
C
gelegd
D
herlegd

Slide 17 - Quiz

De crimineel werd gisteren (...oordelen).
timer
0:30
A
geoordeelt
B
geoordeeld
C
veroordeelt
D
veroordeeld

Slide 18 - Quiz

Einde van de les
Bedankt voor jullie aandacht!

Slide 19 - Diapositive