Toenamediagrammen 2

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Toenamediagrammen

Welke manier van stijgen/dalen hoort op interval ⟨5, 7⟩

A. Afnemende daling

B. Afnemende stijging

C. Toenemende daling

D. Toenemende stijging

Welke manier van stijgen/dalen hoort op interval ⟨10, 15⟩

1. Afnemende daling
2. Afnemende stijging
3. Toenemende daling
4. Toenemende stijging

Welke manier van stijgen/dalen hoort op interval ⟨5, 7⟩

A. Afnemende daling

B. Afnemende stijging

C. Toenemende daling

D. Toenemende stijging

Hoeveel minima zie je in de grafiek?

A. 1

B. 2

C. 3

D. 4

Hoeveel minima zie je in de grafiek?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel minima zie je in de grafiek?

A. 1

B. 2

C. 3

D. 4

aaa Bereken de richtingscoëfficiënt van de lijn door de punten A(12, 330) en B(37, 430)

Formules opstellen

A(12, 330) en B(37, 430)

Δy / Δx =

(y_B - y_A) / (x_B - x_A) =

(430 - 330) / (37 - 12) =

100 / 25 = 4

Wat is de toename/afname op interval [3, 5]? 

A.  0,5

B.  1

C.  1,5

D.  2

Wat is de toename/afname op interval [3, 5]?

1. 0,5
2. 1
3. 1,5
4. 2

Wat is de toename/afname op interval [3, 5]? 

A.  0,5

B.  1

C.  1,5

D.  2

[3, 4] = 1

[4, 5] = 0,5

Wat is de toename/afname op interval [2, 5]? 

A.  -40

B.  0

C.  15

D.  40

Wat is de toename/afname op interval [2, 5]?

1. -40
2. 0
3. 15
4. 40

Wat is de toename/afname op interval [2, 5]? 

A.  -40

B.  0

C.  15

D.  40

[2, 3] = 40

[3, 4] = -15

[4, 5] = 15

www.geogebra.org

Huiswerk

Opdr. 29, 32, 33, 34, 37, 38

Studyflow H22 en 23 af

Welke manier van stijgen/dalen hoort bij het toenamediagram?

A. Afnemend dalend

B. Constant dalend

C. Toenemend dalend

D. Toenemend stijgend

Welke manier van stijgen/dalen hoort bij het toenamediagram?

1. Afnemend dalend
2. Constant dalend
3. Toenemend dalend
4. Toenemend stijgend

Welke manier van stijgen/dalen hoort bij het toenamediagram?

A. Afnemend dalend

B. Constant dalend

C. Toenemend dalend

D. Toenemend stijgend

Welke manier van stijgen/dalen hoort bij het toenamediagram?

A. Afnemend dalend

B. Constant dalend

C. Toenemend dalend

D. Toenemend stijgend

Welke manier van stijgen/dalen hoort bij het toenamediagram?

1. Afnemend dalend
2. Constant dalend
3. Toenemend dalend
4. Toenemend stijgend

Welke manier van stijgen/dalen hoort bij het toenamediagram?

A. Afnemend dalend

B. Constant dalend

C. Toenemend dalend

D. Toenemend stijgend

Welke manier van stijgen/dalen hoort bij het toenamediagram?

A. Afnemend dalend

B. Afnemend stijgend

C. Toenemend dalend

D. Toenemend stijgend

Welke manier van stijgen/dalen hoort bij het toenamediagram?

1. Afnemend dalend
2. Afnemend stijgend
3. Toenemend dalend
4. Toenemend stijgend

Welke manier van stijgen/dalen hoort bij het toenamediagram?

A. Afnemend dalend

B. Afnemend stijgend

C. Toenemend dalend

D. Toenemend stijgend

Huiswerk

Opdr. 29, 32, 33, 34, 37, 38

Studyflow H22 en 23 af