Lengtematen en inhoudsmaten oefenen
1 / 28
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Wat is de kleinste inhoudsmaat?
A
Milliliter
B
Centiliter
C
Deciliter
D
Liter
Slide 5 - Quiz
1 l = ... ml?
A
1
B
10
C
100
D
1000
Slide 6 - Quiz
1 l = .... cl?
A
1
B
100
C
10
D
1000
Slide 7 - Quiz
1 dl = ... cl?
A
1
B
100
C
10
D
1000
Slide 8 - Quiz
1 l = ... dl?
A
1
B
100
C
10
D
1000
Slide 9 - Quiz
5 l = ... dl?
A
5
B
50
C
500
D
5000
Slide 10 - Quiz
200 cl = ... l?
A
2
B
200
C
20
D
2000
Slide 11 - Quiz
Welke inhoudsmaten zijn even groot?
A
6500 ml
B
65 dl
C
6,5 liter
D
650 cl
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
Inhoudsmaten zijn:
A
l & kg
B
l & m3
C
m2 & kg
D
kJ & m
Slide 14 - Quiz
20 cl = ... dl?
A
2
B
200
C
20
D
2000
Slide 15 - Quiz
1 l = ... dl?
A
1
B
10
C
100
D
1000
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Wat is langer?
90 cm of 9 m
90 cm of 9 m
A
Even lang
B
90 cm
C
9 m
Slide 19 - Quiz
A
30
B
3000
C
3
D
0,3
Slide 20 - Quiz
Welke lengtemaat?
4 meter en 32 centimeter
4 meter en 32 centimeter
A
32,4 cm
B
4,32 cm
C
32,4 m
D
4,32 m
Slide 21 - Quiz
Welke lengtemaat?
1,23 m
1,23 m
A
1023 cm
B
123 m
C
123 cm
D
123 mm
Slide 22 - Quiz
Welke lengtemaat?
2,56 m
2,56 m
A
2 cm en 56 cm
B
2 m en 56 cm
C
256 meter
D
256 mm
Slide 23 - Quiz
Welke lengtemaat is groter?
A
8 m
B
70 dm
Slide 24 - Quiz
Welke lengtemaat is groter?
A
65 dm
B
6 m
Slide 25 - Quiz
Welke lengtemaat is groter?
A
6 dm
B
87 cm
Slide 26 - Quiz
De breedte van je vinger is ongeveer 1 .....
A
mm
B
dm
C
dam
D
cm
