Ordening - Bs 4 - Schimmels

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema 3 - Ordening

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kent het verschil tussen zaadplanten en sporenplanten
  • Je kunt voorbeelden geven van zaadplanten en     sporenplanten.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen zaadplant?
A
Appelboom
B
Kastanje
C
Varen
D
Zonnebloem

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zaadplanten hebben ...
A
bloemen, bladeren en wortels
B
bladeren en wortels

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zaadplant
Sporenplant

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Schimmels
Schimmeldraden
Sporen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van schimmels

Schimmels hebben een celwand en  een celkern. Dus géén bladgroenkorrels. 

In schimmels kan dus geen fotosynthese plaatsvinden.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken van een schimmelcel
Schimmelcellen hebben een
  • Celmembraan
  • Celwand
  • Kern
  • Vacuole
Schimmelcellen kunnen een- of meercellig zijn

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meercellige schimmel 
zoals paddestoelen

Eencellige schimmels 
eencellige schimmels zijn gisten

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eencellige schimmels
Eencellige schimmels worden ook wel gisten genoemd.
Dit wordt gebruikt om bijv. deeg te laten rijzen.

Gisten planten zich voort door deling. Uit de knop ontstaat een nieuwe gistcel.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bouw van een schimmel
kenmerken: celwand, celkern.
schimmeldraden

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meercellige schimmels
 Meercellige schimmels: bestaan uit schimmeldraden.
Ze planten zich voort met sporen die groeien aan het einde van een schimmeldraad of in een speciaal voortplantingsorgaan: de paddenstoel.
Penseelschimmel: sporen aan uiteinde schimmeldraden
Paddenstoelen: Maken en
verspreiden sporen. Uit de schimmeldraad groeit er een nieuwe paddenstoel

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Nuttig
  • ruimen dode resten op van organismen
  • van de penseelschimmel wordt antibiotica ( penicilline) gemaakt
  • sommige paddenstoelen kun je eten

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nut en schade
Ook in de natuur zijn schimmels erg nuttig. Ze ruimen dode resten van organismen op

Van de penseelschimmel wordt antibiotica ( penicilline) gemaakt

Eetbaar. Sommige paddenstoelen kun je eten!

Slide 17 - Diapositive

Ons voedsel bestaat ook uit resten van organismen, denk maar aan fruit, groenten en vlees. Hierop kunnen bacteriën erg goed leven. Daardoor kan voedsel bederven.
Nut en schade
Schimmels kunnen ook schadelijk zijn, wanneer ze ons voedsel bederven

Ook kunnen ze ziektes veroorzaken zoals ontstekingen (zwemmerseczeem).

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

herhaling - schimmels 
kenmerken schimmelcel
voortplanting
nuttige schimmels
schadelijke schimmels

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een schimmel?
A
een champignon
B
salmonella
C
een oogdiertje
D
Franse kaas

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zie je op de foto schimmeldaden weergeven?
A
Niet waar
B
Waar

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hebben/ zijn schimmels niet?
A
Celwand
B
Celkern
C
Bladgroenkorrels
D
Één of meercellig

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schimmels...
A
... zijn altijd meercellig.
B
... zijn altijd eencellig.
C
... kunnen meercellig en eencellig zijn.
D
... geen organismen.

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schimmels bestaan uit schimmeldraden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hebben schimmels niet?
A
Celwand
B
Bladgroenkorrels
C
Celkern
D
Celplasma

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schimmels hebben:
A
wel een celwand wel bladgroenkorrels
B
wel een celwand geen bladgroenkorrels
C
geen celwand wel bladgroenkorrels
D
wel een celwand geen bladgroenkorrels

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

schimmels kunnen ziekten veroorzaken, wat is een voorbeeld van ziekte door schimmel
A
koortslip
B
longontsteking
C
zwemmerseczeem
D
hoofdluis

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkstuk 
Werkstuk maak je
alleen of in tweetallen




Cijfer = punten/21 x 9 +1

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelf aan de slag
Werken aan je werkstuk
  • Hoofdstuk 1
  • Hoofdstuk 2
  • Hoofdstuk 3
  • Hoofdstuk 4


Cijfer = punten/21 x 9 +1

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

VRAGEN??

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions