Natuniek T2 Les 1
1 / 22
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke apparaten ken je die werk voor ons doen?
Slide 2 - Carte mentale
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Wat is gist?
A
Een soort schimmel
B
Een soort kruid
C
Een soort brood
D
Een soort meel
Slide 6 - Quiz
Wat heeft gist nodig om zich te vermeerderen?
A
Meel en melk
B
Koolzuurgas en limonade
C
Water en lucht
D
Suiker en warmte
Slide 7 - Quiz
Wat ontstaat er wanneer gist groeit?
A
Melk
B
Koolzuurgas
C
Zuurstof
D
Suiker
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Automatisch
Automatisch en handmatig
Handmatig
Slide 10 - Question de remorquage
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Slide 13 - Diapositive
Input
Output
Proces
Slide 14 - Question de remorquage
Broodbakmachine:
input - proces - output
input - proces - output
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Diapositive
Waar of niet waar?
Handmatig betekent "met je handen".
Handmatig betekent "met je handen".
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Waar of niet waar?
De output van de broodbakmachine is o.a. volkorenmeel.
De output van de broodbakmachine is o.a. volkorenmeel.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Waar of niet waar?
Alles wat in de broodmachine gaat, noem je input.
Alles wat in de broodmachine gaat, noem je input.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Waar of niet waar?
Automatisch is altijd beter dan handmatig.
Automatisch is altijd beter dan handmatig.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
Waar of niet waar?
Als gist groeit, ontstaat er koolzuurgas.
Als gist groeit, ontstaat er koolzuurgas.
A
Waar
B
Niet waar
