Adjectives

Adjectives
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Adjectives

Slide 1 - Diapositive

Rules
- You sit according to the class schematics
- You will not take other people's things
- You raise your hand if you have a question/comment
- You come prepared to class ( book, pen, charged Ipad)
2e waarschuwing:
apart 
4e waarschuwing:
groene kaart 

Slide 2 - Diapositive

ZINSVOLGORDE: WAT KOMT EERST?
1
2
3
4
5
WHO
(ond)
DOES
(ww)
WHAT
(lv/mv)
WHEN
(tijd)
WHERE
(plaats)

Slide 3 - Question de remorquage

Maak een eigen zin met deze volgorde:
who + does + what + where + when

Slide 4 - Question ouverte

Een zelfstandig naamwoord =
A
mensen, dieren of dingen
B
waar je de of het voor kan zetten.
C
gevoelens
D
tijdsruimten

Slide 5 - Quiz

Welke woorden kunnen iets zeggen over een persoon, ding, dier (zelfstandig naamwoord)?
WEL
NIET
morgen
zeldzaam
groot
loopt
salamander
gevaarlijk
dronken
Engels

Slide 6 - Question de remorquage

Bijvoeglijk naamwoorden zeggen iets over ..
A
een zelfstandig naamwoord
B
een ander bijvoeglijk naamwoord
C
hoe lang iets duurde
D
een bijwoord

Slide 7 - Quiz

Welke Engelse bijvoeglijk naamwoorden ken je?

Slide 8 - Carte mentale

Wat is het bijvoeglijk naam woord in:
I am so happy to see you!

Slide 9 - Question ouverte

Bijvoeglijk naamwoord
- zegt iets over het zelfstandig naamwoord
- staat er meestal voor
- kan ook na het werkwoord staan: to be, to look, to appear, to seem

Slide 10 - Diapositive

Rewrite this sentence with adjectives (=bvnw): My dad washed his car.

Slide 11 - Question ouverte

4

Slide 12 - Vidéo

00:45
Wat was het bnw?
A
this
B
young
C
man
D
he

Slide 13 - Quiz

00:49
Wat was het bnw
A
tell
B
us
C
real
D
name

Slide 14 - Quiz

01:08
'You will remove your helmet and tell me your name'. Add 1 or 2 adjectives.

Slide 15 - Question ouverte

01:30
"loyal servant to the true emperor, Marcus Aurelius.' Which words are adjectives? .., ..

Slide 16 - Question ouverte

3

Slide 17 - Vidéo

00:43
Wat was het bnw?
A
get
B
cold
C
you
D
coca-cola

Slide 18 - Quiz

01:16
'wall-to-wall white carpet with gold trim'. What are the adjectives?

Slide 19 - Question ouverte

02:59
Wat was het bnw?
A
he
B
find
C
woman
D
coloured

Slide 20 - Quiz

What did you learn today?

Slide 21 - Carte mentale

Friday
No books needed
English only lesson

Slide 22 - Diapositive