Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Hoofd- en bijzaken
Slide 1 - Diapositive
Deze les
- lesdoel
- startopdrachten
- uitleg
- samen oefenen
- zelf oefenen
- reflectie
Slide 2 - Diapositive
Lesdoel
- Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat hoofdzaken en wat bijzaken zijn.
- Aan het einde van deze les kun je hoofdzaken en bijzaken benoemen in een tekst.
Slide 3 - Diapositive
Halverwege werd nog de snelste tijd (timen) (v.d.), maar hij (finishen) (v.t.) als laatste.
Slide 4 - Question ouverte
Er zijn nog maar (bedroeven) weinig treinen die niet zijn (beschilderen).
Slide 5 - Question ouverte
Voeg de juiste interpunctie toe: toen het regende zette hij een pet op
Slide 6 - Question ouverte
Voeg de juiste interpunctie toe: zijn paleis was het mooiste van de hele wereld het paleis was van porselein dus breekbaar maar adembenemend van schoonheid
Slide 7 - Question ouverte
Hoe bepaal ik waar de inleiding van een tekst ophoudt en het middenstuk start?
Slide 8 - Question ouverte
Hoe vind ik de hoofdgedachte van een tekst?
Slide 9 - Question ouverte
Wat is de hoofdzaak: Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen. De leerlingen moesten op de fiets naar het bos. In het bos werden ze in groepen ingedeeld.
Slide 10 - Question ouverte
Wat is de hoofdzaak: "De voetbalcompetitie is in jaren niet zo spannend geweest. Het is dit jaar bijvoorbeeld vaak voorgekomen dat een middenmoter bij een topclub punten kon weghalen."
Slide 11 - Question ouverte
De manier waarop mensen praten is daarentegen wel een sterke aanwijzing voor liegen.
A
opsommend
B
toelichtend
C
tegenstellend
D
concluderend
Slide 12 - Quiz
Het elektriciteitsnetwerk is overspannen door een te grote hoeveelheid aan geleverde stroom.
A
Redengevend
B
Concluderend
C
Oorzakelijk
D
Toelichtend
Slide 13 - Quiz
De waarheid vertellen gaat ons niet altijd gemakkelijk af. Soms voelen we ons gedwongen om een leugen te vertellen.
A
Redengevend
B
Concluderend
C
Oorzakelijk
D
Toelichtend
Slide 14 - Quiz
timer
1:00
Slide 15 - Diapositive
Wat is je bijgebleven van wat je net gelezen hebt?
Slide 16 - Question ouverte
Hoofdzaken
De belangrijkste elementen in een tekst noemen we hoofdzaken. Hoofdzaken vind je vaak op voorkeurplaatsen, zoals de inleiding en het slot van een tekst en het begin of het einde van een alinea.
bijzaken
Bijzaken zijn de minder belangrijke elementen van een tekst, zoals een anekdote, een toelichting (voorbeeld) of een vergelijking.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
www.hln.be
Slide 19 - Lien
Wat is het onderwerp van deze tekst?
Slide 20 - Question ouverte
Wat is de hoofdgedachte?
Slide 21 - Question ouverte
Lesdoel
- Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat hoofdzaken en wat bijzaken zijn.
- Aan het einde van deze les kun je hoofdzaken en bijzaken benoemen in een tekst