Arm en rijk 1.3 en 1.4
Leg het begrip basisbehoeften uit.
1 / 19
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Leg het begrip basisbehoeften uit.
Slide 1 - Question ouverte
Onderwijs is een voorbeeld van een basisbehoeften.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
Krottenwijk
Slide 3 - Carte mentale
Er is altijd elektriciteit in een krottenwijk.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Voorzieningen als toiletten, waterleidingen en elektriciteit zijn niet goed geregeld in krottenwijken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Wat is een scharreleconomie?
Slide 6 - Question ouverte
Ik werk als vakkenvuller in een supermarkt, want ik spaan voor de nieuwste smartphone.
A
Arm land
B
Rijk land
Slide 7 - Quiz
Als er een file is, verkoop ik pinda's aan wachtende mensen.
A
Arm land
B
Rijk land
Slide 8 - Quiz
Welvaart
Slide 9 - Carte mentale
Welzijn
Slide 10 - Carte mentale
Welzijn kun je meten door naar de gezonheid, onderwijs en koopracht te kijken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Wat is het bnp/per hoofd?
Slide 12 - Question ouverte
Waarom zegt het bnp/per hoofd eigenlijk niet zoveel over de rijkdom van de verschillende mensen in een land?
Slide 13 - Question ouverte
Ontwikkelingslanden
Slide 14 - Carte mentale
Koplopers zijn
A
De armste landen van de wereld
B
Ontwikkelde landen, dus rijke landen
C
Landen die rijker worden.
Slide 15 - Quiz
Volgers zijn
A
De landen die rijker worden
B
De ontwikkelde landen, dus rijke landen
C
De armste landen van de wereld
Slide 16 - Quiz
Achterblijvers zijn
A
De ontwikkelde landen, dus rijke landen
B
De landen die rijker worden
C
De armste landen van de wereld
Slide 17 - Quiz
Hoe armer een land is, hoe meer mensen in de landbouw werken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Hoe rijker een land is, hoe meer mensen in de diensten werken
A
Waar
B
Niet waar
