BOON 1_Module 2: Woord-, lees-, kijk- en luisterstrategieën

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Even herhalen: woordstrategieën

1. context 

2. woorddelen onderzoeken

3. taalverwantschap

4. talige hulpmiddelen gebruiken

Welke woordstrategie gebruik je best?
De houten tafel voelt niet RUW aan. Ze is glad gemaakt.

1. context
2. woorddelen onderzoeken
3. taalverwantschap
4. talige hulpmiddelen

Welke woordstrategie gebruik je best?
Ik vind deze quiz best INTERESSANT.

1. context
2. woorddelen onderzoeken
3. taalverwantschap
4. talige hulpmiddelen

Welke woordstrategie gebruik je best?
Ik heb gelukkig nog nooit AMOUREUZE brieven gekregen.

1. context
2. woorddelen onderzoeken
3. taalverwantschap
4. talige hulpmiddelen

Welke woordstrategie gebruik je best?
Onze oven heeft een ANTIAANBAKLAAG.

1. context
2. woorddelen onderzoeken
3. taalverwantschap
4. talige hulpmiddelen

Welke woordstrategie gebruik je best?
Sofie is een SOCIOLOGE: ze onderzoekt de samenleving en alles wat daarmee te maken heeft.

1. context
2. woorddelen onderzoeken
3. taalverwantschap
4. talige hulpmiddelen

Welke woordstrategie gebruik je best?
In onze wijk zijn DIEVENBENDES aan het werk.

1. context
2. woorddelen onderzoeken
3. taalverwantschap
4. talige hulpmiddelen

Welke woordstrategie gebruik je best?
In de TRAPPENGANG wordt er wekelijks gepoetst.

1. context
2. woorddelen onderzoeken
3. taalverwantschap
4. talige hulpmiddelen

Even herhalen: lees-, kijk- en luisterstrategieën

1. voorspellend                                5. studerend of intensief

2. oriënterend                                  6. kritisch

3. globaal                                            7. genietend

4. zoekend

k

Welke leesstrategie gebruik je best?
Ik bracht met de klas een bezoekje aan de bibliotheek. Ik koos het boek 'Raspoetin' en lig nu heerlijk in de zetel te lezen.

1. zoekend lezen
2. kritisch lezen
3. genietend lezen
4. voorspellend lezen

Welke leesstrategie gebruik je best?
Morgen heb ik een toets van NW. Ik heb goed gestudeerd, maar ik ben vergeten wat de functie van de lever is. Ik neem nog snel mijn werkboek.

1. studerend/intensief lezen
2. kritisch lezen
3. voorspellend lezen
4. zoekend lezen

Welke leesstrategie gebruik je best?
Ik moet een schrijfoefening maken voor Nederlands. De leerkracht trekt punten af voor spelfouten. Ik kijk mijn opdracht dus best goed na.

1. genietend lezen
2. kritisch lezen
3. studerend/intensief lezen
4. zoekend lezen

Welke leesstrategie gebruik je best?
Volgende week heb ik een toets van aardrijkskunde. Ik wil goed voorbereid zijn, dus ik studeer grondig.

1. voorspellend en intensief / studerend lezen
2. voorspellend en zoekend lezen
3. voorspellend en kritisch lezen
4. voorspellend en genietend lezen

Welke leesstrategie gebruik je best?
Mijn favoriete zangeres komt optreden in de Lotto Arena. Ik kijk even op de site wanneer dat precies is.

1. kritisch lezen
2. genietend lezen
3. voorspellend lezen
4. zoekend lezen

Welke leesstrategie gebruik je best?
Ik koop een pakje chips, maar moet heel veel betalen. Ik controleer dus even de kassabon.

1. genietend lezen
2. voorspellend lezen
3. kritisch lezen
4. intensief / studerend lezen