Week 17 - les 1 - B1D en B1E

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Le programme:

* Corriger les devoirs
* Répéter bloc A et B (les mots)
* Bloc D: la grammaire
* Au travail
* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.
* ken je de woorden van bloc A en B.
* kan je aangeven hoe je een zin vragend kan maken in het Frans.
* ben je bekend met de vraagwoorden in het Frans.
* kan je zelf bepalen hoe je gaat werken tijdens zelfstandig werken.

Slide 2 - Diapositive

Le programme:

* Corriger les devoirs
* Répéter bloc A et B (les mots)
* Bloc D: la grammaire
* Au travail
* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.
* ken je de woorden van bloc A en B.
* kan je aangeven hoe je een zin vragend kan maken in het Frans.
* ben je bekend met de vraagwoorden in het Frans.
* kan je zelf bepalen hoe je gaat werken tijdens zelfstandig werken.

Slide 3 - Diapositive

Ex. 11b (p. 56)
  1. conseil - tips
  2. jeune - jongeren
  3. rêve - dromen
  4. activité - activiteiten
  5. vêtement - kledingstukken
  6. gout - smaken 

Slide 4 - Diapositive

Ex. 11c
  1. la boulangerie
  2. le cinéma
  3. le restaurant
  4. le magasin
  5. le théâtre
  6. le marché 

Slide 5 - Diapositive

Ex. 11d
  1. un voyage
  2. le nord
  3. rêve
  4. pratique
  5. dommage 

Slide 6 - Diapositive

Ex. 25 (p. 149)
Leerlingen thuis: nakijkblad in de chat.
Leerlingen op school: nakijkblad op bord.
Stel vragen als je een antwoord niet snapt!

Slide 7 - Diapositive

Le programme:

* Corriger les devoirs
* Répéter bloc A et B (les mots)
* Bloc D: la grammaire
* Au travail
* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.
* ken je de woorden van bloc A en B.
* kan je aangeven hoe je een zin vragend kan maken in het Frans.
* ben je bekend met de vraagwoorden in het Frans.
* kan je zelf bepalen hoe je gaat werken tijdens zelfstandig werken.

Slide 8 - Diapositive

Traduis:
l'ouest
A
het zuiden
B
het westen
C
het oosten
D
het noorden

Slide 9 - Quiz

Traduis:
à pied
A
te voet, lopend
B
met de fiets
C
met de auto
D
met de trein

Slide 10 - Quiz

Traduis:
tout le monde
A
niemand
B
het strand
C
iedereen
D
wij zien

Slide 11 - Quiz

Traduis:
le voyage
A
de bioscoop
B
de reis
C
het strand
D
de bakkerij

Slide 12 - Quiz

Traduis:
selon moi
A
je wilt
B
wij zien
C
natuurlijk
D
volgens mij

Slide 13 - Quiz

Traduis:
Houd p. 78 erbij.
1. Wij zien de bushalte
2. Volgens mij is het station heel dichtbij
3. Het is makkelijk
4. Goede reis voor (pour) iedereen
5. Jammer, je wilt geen tip
6. Jullie dromen over de reis
over = de 
timer
7:00

Slide 14 - Diapositive

Corriges!
  1. On voit l'arrêt de bus
  2. Selon moi la gare est tout près
  3. C'est facile
  4. Bon voyage pour tout le monde
  5. Dommage, tu ne veux pas de conseil
  6.  Vous rêvez du voyage (de + le = du) 

Slide 15 - Diapositive

Le programme:

* Corriger les devoirs
* Répéter bloc A et B (les mots)
* Bloc D: la grammaire
* Au travail
* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.
* ken je de woorden van bloc A en B.
* kan je aangeven hoe je een zin vragend kan maken in het Frans.
* ben je bekend met de vraagwoorden in het Frans.
* kan je zelf bepalen hoe je gaat werken tijdens zelfstandig werken.

Slide 16 - Diapositive

Bloc D (p. 60)
* Ex. 16a: docent spreekt zinnen uit, vertaal ze op het lijntje.

Wat valt op?

Slide 17 - Diapositive

Een vraag stellen
Hoe maak je een vraag in het Frans?
-> door van de punt een vraagteken te maken :)

Il est dans la classe. -> Il est dans la classe?
Makkelijk hè!

Slide 18 - Diapositive

Vervolg
Woordvolgorde in het Frans:
Onderwerp - alle werkwoorden - lijdend voorwerp - tijd/plaats

Il - est - dans la classe. 

Bij de vertaling in het NL kan het zijn dat de volgorde wat verandert.

Slide 19 - Diapositive

Vraagwoorden
Vragen stellen met vraagwoorden:
où = waar
quand = wanneer
comment = hoe
combien (de) = hoeveel
pourquoi = waarom
qui = wie (denk aan kiwi)
qu'est-ce que = wat
Welke ken je al? 

Slide 20 - Diapositive

Ex. 16d (p. 60) - ensemble
  1. Tu vas souvent à Paris?
  2. Nous aimons faire les magasins.
  3. Aujourd'hui, ils prennent le métro.
  4. C'est loin?
  5. Ils vont aussi à Paris.
  6. Vous restez à la maison? 

Slide 21 - Diapositive

Le programme:

* Corriger les devoirs
* Répéter bloc A et B (les mots)
* Bloc D: la grammaire
* Au travail
* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.
* ken je de woorden van bloc A en B.
* kan je aangeven hoe je een zin vragend kan maken in het Frans.
* ben je bekend met de vraagwoorden in het Frans.
* kan je zelf bepalen hoe je gaat werken tijdens zelfstandig werken.

Slide 22 - Diapositive

Au travail!
* Faites ex. 16f et 17 (helemaal maken!)
* Temps: 10 minutes
* Travail individuel ou avec le prof
* Questions? Posez-les!
* Prêt? Apprenez bloc A et B

Slide 23 - Diapositive

Le programme:

* Corriger les devoirs
* Répéter bloc A et B (les mots)
* Bloc D: la grammaire
* Au travail
* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.
* ken je de woorden van bloc A en B.
* kan je aangeven hoe je een zin vragend kan maken in het Frans.
* ben je bekend met de vraagwoorden in het Frans.
* kan je zelf bepalen hoe je gaat werken tijdens zelfstandig werken.

Slide 24 - Diapositive

Zoek de juiste vertaling!
qui
combien (de)
qu'est-ce que
comment
quand
pourquoi
waar
wanneer
hoe
hoeveel
waarom
wie
wat

Slide 25 - Question de remorquage

La fin!
Wat heb je geleerd deze les?

Huiswerk
Faire: ex. 16f et 17 (na de meivakantie af!)
Apprendre: bloc A, B et D

Slide 26 - Diapositive