Week 11 - les 1

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Le programme:

* Répéter bloc E et F

* Corriger les devoirs

* Bloc I: explication

* Au travail / discuter l'interro

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je met de woorden van bloc E en F korte zinnen maken.

* heb je al het huiswerk nagekeken.

* kan je op verschillende manieren vragen maken in het Frans en vraagwoorden gebruiken.

Le programme:

* Répéter bloc E et F

* Corriger les devoirs

* Bloc I: explication

* Au travail / discuter l'interro

* La fin

Utilisez p. 126/127 WB!

Aan het einde van de les:

* kan je met de woorden van bloc E en F korte zinnen maken.

* heb je al het huiswerk nagekeken.

* kan je op verschillende manieren vragen maken in het Frans en vraagwoorden gebruiken.

Traduis:
Wij verdienen geld.

Traduis:
Het klimaat in Spanje is goed.

Traduis:
Hij weigert het salaris.

Traduis:
Ik kom uit Griekenland.

Traduis:
De moedertaal lijkt op het Frans.

Traduis:
Daarom vinden zij dat Duits een moeilijk vak.

Le programme:

* Répéter bloc E et F

* Corriger les devoirs

* Bloc I: explication

* Au travail / discuter l'interro

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je met de woorden van bloc E en F korte zinnen maken.

* heb je al het huiswerk nagekeken.

* kan je op verschillende manieren vragen maken in het Frans en vraagwoorden gebruiken.

Corriger les devoirs

Ex. 22a (p. 107 WB)

1. bilingue

2. tweetalig

3. met neven in Tunesië in de zomer

Ex. 22b 

1. in Parijs tijdens de studie

2. Tunesië

3. goed: hij gaat op zomervakantie naar Tunesië. Slecht: nooit les erin gehad.

4. Frans

Ex. 24a (p. 108 WB)

1. en face de

2. vient de

3. la langue maternelle

4. bilingues

5. refuse

6. une habitude

Ex. 24b (p. 109 WB)

1. facile

2. car

3. avenir

4. abord

5. (petit) boulot

6. coutume

Ex. 26c (p. 110)

1. connais

2. connais

3. connaît (let op dakje!)

4. connaissons

5. connais

6. connaissent

Ex. 26d

1. as connu

2. ai connu

3. connaissait

4. connaissais

5. connaissaient

6. avons connu

Ex. 26e - let op dakje!

1. connaîtras

2. connaîtrons

3. connaîtrez

4. connaîtrai

5. connaîtra

6. connaîtra

Le programme:

* Répéter bloc E et F

* Corriger les devoirs

* Bloc I: explication

* Au travail / discuter l'interro

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je met de woorden van bloc E en F korte zinnen maken.

* heb je al het huiswerk nagekeken.

* kan je op verschillende manieren vragen maken in het Frans en vraagwoorden gebruiken.

Hoe kan je een zin vragend maken in het Frans? Er zijn een aantal manieren. Noteer er zoveel mogelijk.

Bloc I

Prenez votre cahier + votre stylo et faites les notes svp!

Titre: Poser une question / Een vraag stellen

Bloc I

Zonder vraagwoord

1. Gewone zin met vraagteken erachter.
2. Est-ce que + gewone zin + ?
3. Omkering van onderwerp en persoonsvorm (inversie) + ?

_________________________________________________________________

Voorbeeld: Tu es amoureux.

Hoe maak je deze zin vragend?

Bloc I

Let op!

Il a une bonne note.

Als je deze zin vragend wil maken door inversie, dan krijg je dit:

A-il une bonne note?

A-il wordt A-t-il. 

Er komt een t tussen omdat er anders klinkerbotsing is en zodat de Fransen het sneller uit kunnen spreken. Hetzelfde geldt ook bij elle. 

Bloc I

Met vraagwoord

Vraagwoord = où, quand, comment, combien, pourquoi, qui, qu'est-ce que (zie p. 116 WB voor de vraagwoorden die je moet kennen dit hoofdstuk!)

- vraagwoord + est-ce-que + gewone zin + ?

- gewone zin + vraagwoord + ?

- vraagwoord + gewone zin + ?

- vraagwoord + inversie + ? 

Bloc I

Voorbeeld:

Tu es végétarien. (Jij bent vegetarisch).

Jij wilt weten waarom diegene vegetarisch is.

- Pourquoi est-ce que tu es végétarien?

- Tu es végétarien pourquoi?

- Pourquoi tu es végétarien?

- Pourquoi es-tu végétarien? 

Bloc I

Nieuwe stof: het vraagwoord quel (welke/wat)

Quel past zich aan het zelfstandig naamwoord aan waar het bij hoort. Zie de tabel.

Als quel(le)(s) gevolgd wordt door est of sont, betekent het wat.

	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	quel	quelle
meervoud	quels	quelles

Voorbeelden

Quelle est ta matière préférée? -> enkelvoud/meervoud? Mannelijk/vrouwelijk?

Quelles sont tes matières préférées? -> enkelvoud/meervoud? Mannelijk/vrouwelijk?

Le programme:

* Répéter bloc E et F

* Corriger les devoirs

* Bloc I: explication

* Au travail / discuter l'interro

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je met de woorden van bloc E en F korte zinnen maken.

* heb je al het huiswerk nagekeken.

* kan je op verschillende manieren vragen maken in het Frans en vraagwoorden gebruiken.

Au travail!

* Faites ex. 31cd et 32. (p. 115 WB et plus)

OU (of) discutez l'interrogation en classe.

* Temps: 15 minutes

* Questions? Notez-les! Vous pouvez les poser à la fin du cours.

* Travail à deux / individuel

* Prêt? Apprenez vocabulaire E et F

Le programme:

* Répéter bloc E et F

* Corriger les devoirs

* Bloc I: explication

* Au travail / discuter l'interro

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je met de woorden van bloc E en F korte zinnen maken.

* heb je al het huiswerk nagekeken.

* kan je op verschillende manieren vragen maken in het Frans en vraagwoorden gebruiken.

La fin!

Demain: répéter bloc F et I,

bloc H (lire), discuter l'interro