B1E week 8 les 1

1 / 16
suivant
Slide 1: Lien
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Lien

  • persoonlijke leerdoelen verfijnen
  • toetsweek - grammatica
Le but: à la fin de ce cours:
  • heb ik mijn leerdoelen helder voor de lessenserie schrijven in blok 4
  • heb ik geoefend met de grammatica voor de toets

Slide 2 - Diapositive

Je persoonlijke doel?
Hoe ga je dit behalen?
Persoonlijke leerdoelen
Check post-it note en maak van je doel een leerdoel.
- een goed cijfer halen
- beter Frans kunnen
zie voorbeelden volgende slide

Slide 3 - Diapositive

Voorbeeld van leerdoelen - ik wil leren...
  • mijn boek beter te gebruiken om grammatica en woordjes op te zoeken
  • de standaardzinnen in het boek meer te gebruiken en  aan te passen 
  • mijn teksten beter te controleren  (checklist)
  • me beter te leren concentreren zodat ik productiever ben in de les
  • actief mee te werken tijdens de lessen / de lessen aandachtig volgen
  • om gebruik te maken van een stappenplan bij het schrijven in het Frans.
  • om de hulp van de docent te vragen als ik er niet uitkom (instructiegroep)
  • mezelf uit te dagen: ik ga plusopdrachten maken in de les.

Slide 4 - Diapositive

Je me présente - kijk na
Mannelijke vorm
Vrouwelijke vorm
Spelling
Grammatica

Slide 5 - Diapositive

J'habite à Delft, aux Pays-Bas / en Hollande
J'ai la nationalité néerlandaise / hollandaise
Ma langue maternelle est le néerlandais
Je parle aussi l'anglais, l'allemand, .....
un, deux, trois, quatre frères
J'aime le tennis, le hockey, le foot, le handball, le volley-ball, la natation, le rugby, le shopping. 

Slide 6 - Diapositive

Toetsweek - la grammaire

werkwoord aller
de ontkenning (ne...pas)
Het bijvoeglijk naamwoord
Leer ook goed de:
let op!

Slide 7 - Diapositive

Blz 118: ALLER - let op!
In het Frans kun je direct na de vorm van aller een heel werkwoord gebruiken. Zo geef je aan dat er iets binnenkort gaat gebeuren. Deze werkwoordsstijl heet de futur proche.

Demain, je vais jouer de la guitare - morgen ga ik gitaar spelen
Cet après-midi, nous allons regarder la télé - vanmiddag gaan we televisie kijken.

Slide 8 - Diapositive

Hoe vertaal je?

Ik ga morgenavond dansen?

Slide 9 - Diapositive

Hoe vertaal je?

Ik ga morgenavond dansen?

Je vais danser demain soir
Of 
Demain soir je vais danser.

Slide 10 - Diapositive

De ontkenning

Andere ontkenningsvormen:
ne....plus = nier meer, geen meer
ne... jamais = nooit
ne...rien = niets
Uit je hoofd leren!

Slide 11 - Diapositive

De ontkenning: let op!
C'est - Ce n'est pas
Ce n'est pas drôle - het is niet grappig

Slide 12 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord: let op!
Ook in de volgende zinnen met être staan bijvoeglijke naamwoorden.

Jean est grand
Jeanne est grande
Mes chaussures sont rouges.

Slide 13 - Diapositive

Diagnostische toets
Zelfstandig maken en nakijken
In instructiegroep maken en nakijken

Slide 14 - Diapositive

Goed je best gedaan
Dan wordt het wel eens tijd voor weekend. 

Tenzij
er nog tijd over is. 

Misschien heb ik nog een grappig filmpje voor jullie?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo