Online les 1.3

• Engels
• MBO
• Studiejaar 1

1.3 - Relative pronouns 

Hope you all enjoyed your Christmas holiday!

Today we are carrying on with NuEngels 1.3

Today's lesson

- Dilemma

- Relative Pronouns

- Voortgang NuEngels

- Working on your own

Dilemma

You can never sleep again (so you're always awake)

OR

You have to sleep every night from 22:00 until 07:00

Make your own dilemma (in English!)

Relative pronouns

Betrekkelijke voornaamwoorden: who, which, that, those

Functie:

- Zinnen aan elkaar koppelen

- je verwijst ermee naar personen, dieren of dingen die al eerder genoemd zijn

Relative pronouns

- Who/that bij personen

- Which/that bij dieren en dingen

- Whose geeft bezit aan (van wie)

Voorbeelden:

The teacher whose calculator I stole is my maths teacher.

The singer who/that gave the show is very impressive

The food which/that was left on the counter was eaten by the cat.

Je past de zinnen soms aan, veranderd de volgorde en voegt dus een woord toe als je de opdrachten in NuEngels doet!

NuEngels 1.3 opdracht 2 + Extra Relative Pronouns

Deze gaan we samen maken

Schrijf de antwoorden alvast op of doe mee in NuEngels, dan heb je zometeen minder werk :) 

Quizlet live woordjes 1.3

Scan de QR code die je zo op het scherm ziet of voer de code in 

Voortgang in NuEngels:

Ik kan in NuEngels exact zien hoe ver iedereen is en hoeveel tijd er aan  gewerkt wordt.

Je zou voor de vakantie 1.1 en 1.2 afgemaakt moeten hebben.

Dat is bij heel veel mensen niet zo.  Dit moet je wél maken! 

Daarom neem ik de voortgang klassikaal met jullie door. Dan weet je wat je nog moet maken!

Voor eventuele verdere vragen over je voortgang blijf je aan het einde van de les nog even hangen, dan heb ik tijd om je te helpen.

Working on your own and homework

Take the rest of the lesson to work on 1.3

Study the Vocab on Quizlet