1.3

Wat gaan we vandaag doen?
  • Terugblik les 3 + nakijken                         10 min
  • Uitleg paragraaf 1.3 deel 1                        10 min
  • Maken 1.3 opdr 1 t/m 5                               10 min
  • Bespreken                                                       5 min
  • Uitleg 1.3 deel 2                                            10 min 
  • Maken paragraaf 1.3 deel 2                     20 min
  • Lesafsluiting                                                   5 min
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we vandaag doen?
  • Terugblik les 3 + nakijken                         10 min
  • Uitleg paragraaf 1.3 deel 1                        10 min
  • Maken 1.3 opdr 1 t/m 5                               10 min
  • Bespreken                                                       5 min
  • Uitleg 1.3 deel 2                                            10 min 
  • Maken paragraaf 1.3 deel 2                     20 min
  • Lesafsluiting                                                   5 min

Slide 1 - Diapositive

Pak paragraaf 1.2 erbij (blz. 23)

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

LENZEN (1.3)

Slide 7 - Diapositive

Positieve lenzen:
Aan de rand dunner dan in het midden (bolle lenzen).

Negatieve lenzen:
Aan de rand dikker dan in het midden (holle lenzen).

Slide 8 - Diapositive

Werking van lenzen

  • Een bolle lens (+) heeft een convergerende werking, dat betekend dat de lichtstralen na de lens naar elkaar toe gaan. 

Slide 9 - Diapositive

Werking van lenzen

  • Een holle lens (-) heeft een divergerende werking, dat betekend dat de lichtstralen na de lens van elkaar af gaan. 

Slide 10 - Diapositive

Positieve lenzen
Met een positieve lens kun je een voorwerp vergroot of verkleind afbeelden

Slide 11 - Diapositive

Positieve of bolle lenzen

Slide 12 - Diapositive

 Lenzen
Lenzen teken je als een rechte streep met een Plus(positieve lens) of een min(negatieve lens) erboven.

Slide 13 - Diapositive

Brandpunt - F
1
2
4
3

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag!
  • Wat? Maak paragraaf 1.3 opdracht 48 t/m 55
  • Hoe? Werk zelfstandig binnen je groep 
  • Tijd? 10 minuten
  • Hulp? Probeer het samen op te lossen. Kom je er niet uit? Vraag dan de docent
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Maak 1.3 opdracht 56 t/m 60
timer
10:00

Slide 15 - Diapositive

Beeld tekenen
Om te bepalen hoe groot het scherpe beeld op het scherm is, maak je een tekening. 
Je gebruikt een belangrijke eigenschap van lichtstralen bij lenzen.

(1) Een lichtstraal die door het midden van een lens gaat verandert niet van richting.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Beeldconstructie

Slide 19 - Diapositive

Bij projecteren ontstaat een beeld op het scherm. Alleen als je het scherm op de juiste plek zet krijg je een scherp beeld.

De plaats waar een scherp beeld ontstaat, kun je bepalen met een tekening. Daarvoor gebruik je twee constructiestralen.

Slide 20 - Diapositive

Voor een goede foto moet de afstand tussen de lens en de beeldchip verstellen zodat foto scherp gesteld is.

Ook bij een beamer verander je de afstand tussen de LCD scherm en de lens.

Slide 21 - Diapositive

Constructiestraal
De plaats waar een scherp beeld ontstaat, kun je bepalen met een tekening. Daarvoor gebruik je twee constructiestralen.


Constructiestraal =
Een lichtstraal die je gebruikt om het beeld te tekenen.

Slide 22 - Diapositive

Construeren van beeld
We doen het altijd met drie lichtstralen

1  - Door het midden van de lens, verandert niet richting
2 - Evenwijdig aan hoofdas. Na de lens door brandpunt (F).
3 - Voor de lens door het brandpunt en na de lens evenwijdig      aan de hoofdas.

Slide 23 - Diapositive

Beeld tekenen positieve lens
1
2
3

Slide 24 - Diapositive

Beeld tekenen positieve lens
1
2
3
4

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Aan de slag!
  • Wat? Maak paragraaf 1.3 opdracht 61 t/m 63, 65 t/m 67 + 71 t/m 74
  • Hoe? Werk zelfstandig binnen je groep 
  • Tijd? 20 minuten
  • Hulp? Probeer het samen op te lossen. Kom je er niet uit? Vraag dan de docent
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Maak 1.3 opdracht 75 t/m 79
timer
20:00

Slide 27 - Diapositive

Af voor de volgende les
Paragraaf 1.2 opdracht 25 t/m 29 en 34 t/m 39

Slide 28 - Diapositive