Klas 3 H5.3 Beelden maken met een lens

WELKOM
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

WELKOM

Slide 1 - Diapositive

5.3 BEELDEN MAKEN MET EEN LENS
H5 LICHT

Slide 2 - Diapositive

WAT GAAN WE DOEN?
  • Herhaling 5.2 Van infrarood tot ultraviolet
  • Introductie
  • Lenzen
  • Lichtbreking bij positieve lenzen
  • Lichtbreking bij negatieve lenzen

Slide 3 - Diapositive

Herhaling §5.2 van IR tot UV
Wat weet jij nog van §5.2?

Slide 4 - Question ouverte

LEERDOEL 1
Je kunt kenmerken van positieve en negatieve lenzen benoemen.

Slide 5 - Diapositive

LENZEN
Een lens is ontworpen om licht op een bepaalde manier van richting te doen veranderen. Je noemt dat: het licht breken.

Slide 6 - Diapositive

POSITIEVE LENZEN
  • Positieve lenzen zijn in het midden dikker dan aan de rand.
  • Je noemt ze daarom ook wel bolle lenzen. 

Slide 7 - Diapositive

NEGATIEVE LENZEN
  • Negatieve lenzen zijn in het midden dunner dan aan de rand.
  • Daarom noem je ze ook wel holle lenzen.

Slide 8 - Diapositive

LEERDOEL 2
Je kunt uitleggen hoe een positieve lens een evenwijdige bundel zonlicht breekt.

Slide 9 - Diapositive

LICHTBREKING BIJ EEN LENS
Dit noemen we lichtbreking.
Licht kan op 2 verschillende manieren gebroken worden


Slide 10 - Diapositive

LEERDOEL 3
 Je kunt toelichten wat wordt bedoeld met ‘brandpunt’ en ‘brandpuntsafstand’.

Slide 11 - Diapositive

POSITIEVE LENS
De lijn die door het midden van de lens gaat en loodrecht op de lens staat.
Afstand tussen brandpunt en lens.

Slide 12 - Diapositive

POSITIEVE LENS
Een bolle lens knikt de lichtstralen naar binnen.



CONVERGERENDE WERKING

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

BRANDPUNT
Het brandpunt van een bolle lens is het punt waar de lichtstralen samenkomen als op de lens een evenwijdige lichtbundel schijnt. 

Slide 15 - Diapositive

holle lenzen noem je ook wel....
A
positieve lenzen
B
negatieve lenzen

Slide 17 - Quiz

Welke lenzen zijn
positieve lenzen?
Er zijn meer antwoorden mogelijk.
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 18 - Quiz

Holle lenzen zijn
A
positief en divergerend
B
negatief en divergerend
C
negatief en convergerend
D
positief en convergerend

Slide 19 - Quiz

Welke lenzen zijn positief?
A
1 en 2
B
1, 2 en 3
C
1, 2, 3 en 5
D
1, 2, 3, 5 en 6

Slide 20 - Quiz

LEERDOEL 3
Je kunt uitleggen hoe een positieve lens een evenwijdige bundel zonlicht breekt.

Slide 21 - Diapositive


Door een fel verlicht voorwerp vóór een bolle lens te zetten kun je een projectie maken van het voorwerp. 
1
Bij projecteren staat het beeld altijd omgekeerd 
2

Slide 22 - Diapositive

Bij projecteren ontstaat een beeld op het scherm. Alleen als je het scherm op de juiste plek zet krijg je een scherp beeld.

De plaats waar een scherp beeld ontstaat, kun je bepalen met een tekening. Daarvoor gebruik je twee constructiestralen.

Slide 23 - Diapositive

Beeld tekenen
Om te bepalen hoe groot het scherpe beeld op het scherm is, maak je een tekening. 
Je gebruikt een belangrijke eigenschap van lichtstralen bij lenzen.

(1) Een lichtstraal evenwijdig aan de hoofdas gaat na de lens door het brandpunt

Slide 24 - Diapositive

Beeld tekenen positieve lens
1
2
3
4

Slide 25 - Diapositive

Beeld tekenen
Om te bepalen hoe groot het scherpe beeld op het scherm is, maak je een tekening. 
Je gebruikt een belangrijke eigenschap van lichtstralen bij lenzen.

(2) Een lichtstraal die door het midden van een lens gaat verandert niet van richting.

Slide 26 - Diapositive

Beeld tekenen positieve lens
1
2
3
4

Slide 27 - Diapositive

Beeld tekenen
Om te bepalen hoe groot het scherpe beeld op het scherm is, maak je een tekening. 
Je gebruikt een belangrijke eigenschap van lichtstralen bij lenzen.

(3) Een lichtstraal door brandpunt gaat na de lens evenwijdig verder

Slide 28 - Diapositive

Beeld tekenen positieve lens
1
2
3
4

Slide 29 - Diapositive

Beeld tekenen positieve lens
1
2
3

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Zelfstandig werken
  • Wat: - Lees je boek paragraaf 5.3 blz. 102 t/m 105, Schrijf de betekennis van de blauw worden.
  • - Maak in je werkboek opgaaf 39 t/m 48 blz. 22 t/m 23.
  • Hoe: zelfstandig werken. 
  • Hulp: Nova boek 
  • Tijd: 20 min. 
  • Uitkomst: 5.3 af 
  • Klaar: Lees H5.4 en maak de opgaven.     
           
     
           
     
timer
15:00

Slide 33 - Diapositive

Een sterkere lens breekt de lichtstralen meer naar binnen. De brandpuntsafstand is dan kleiner.

Slide 34 - Diapositive