2.5 - Gezonde voeding / 2.7 - Energie en gewicht (2bk)

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon op stil en in je tas
Boek+schrift/chromebook op tafel
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon op stil en in je tas
Boek+schrift/chromebook op tafel

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema 2- Voeding en vertering

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema 2 - Voeding en vertering
2.1 - Voedingsmiddelen
2.2 - Voedingsstoffen
2.3 - Zetmeel aantonen
2.4 - Het verteringsstelsel
2.5 - Gezonde voeding

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen van de vorige les
Je kunt de functies van verteringssappen en enzymen noemen
Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie
Je kunt de bouw en werking van de darmen beschrijven

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen van deze les
Je kunt met de Schijf van Vijf adviezen geven voor een gezonde voeding
Je weet hoe je veilig en verantwoord met eten kan omgaan
Je weet wat een gezond gewicht is en welke keuzes daaraan kunnen bijdragen
Je kunt oorzaken en gevolgen van eetstoornissen noemen en voorbeelden geven

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is gezonde voeding?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

schijf van vijf
schijf van vijf                                                                                                       

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schijf van Vijf
De Schijf van Vijf bestaat uit 5 vakken met voedingsmiddelen die je dagelijks nodig hebt.

Als je elke dag uit elk vak iets eet, krijg je voldoende voedingsstoffen binnen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gezonde voeding
1. Eet veel groente en fruit (groen)
Elke dag 250 gram groente en twee porties fruit is gezond
2. Gebruikt zachte en vloeibare vetten (geel)
Zachte vetten zijn goed voor je bloedvaten. Bijvoorbeeld olie en halvarine
3. Eet meer plantaardig en minder vlees (roze)
Eet soms vlees en soms vis, peulvruchten, noten en ei
4. Eet vooral volkoren (oranje)
Bijvoorbeeld volkorenbrood, volkorenpasta, zilvervliesrijst, volkoren couscous
5. Drink dranken zonder suiker (blauw)
Je lichaam heeft elke dag vocht nodig. Maargeen extra suiker. Drink daarom dranken
zonder suiker: water, koffie en thee

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedselvergiftiging 
Voedsel kan besmet raken met bacteriën of schimmels.

Je krijgt diarree of moet overgeven 


Hoe voorkom je een voedselvergiftiging?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedselvergiftiging
  • Bacteriën en schimmels breken voedsel af. 

  • Je kan hier een voedselvergiftiging van krijgen. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voedselvergiftiging
Wanneer je bedorven voedsel eet kan je ziek worden


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveelheid energie 
Inspanning kost
natuurlijk energie.

Meer inspanning, 
meer calorien.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Brandstoffen
  • Leveren energie.
  • Elke cel doet aan verbranding
  • Lichaamstemperatuur.
  • Herstel bij wonden


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energie-behoefte
Afhankelijk van: 
- activiteit = meer activiteit -> meer energie nodig
- leeftijd: volwassene hebben meer energie nodig
- geslacht: mannen hebben meer energie nodig dan vrouwen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn kcal?
Kcal = energie wat in voeding zit (1kcal = 4,2 kJ)
Energie in = eten en drinken (voedingsstoffen)
Energie uit = verbranden (in rust en beweging)

Eet je meer kcal (energie) dan je verbrandt kom je aan
Eet je minder kcal (energie) dan je verbrandt val je af

Je mag nooit te weinig kcal eten --> je lichaam heeft voedingsstoffen nodig
Daarom moet je altijd advies vragen als je wilt afvallen of aankomen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

GEWICHT
Wat je eet en hoeveel je eet heeft invloed op je gewicht.

Gewicht heeft ook te maken met je erfelijke
eigenschappen. 

Slide 17 - Diapositive

Meestal geldt: je gewicht blijft gelijk als de hoeveelheid
energie die je opneemt gelijk is aan de hoeveelheid energie
die je verbruikt. Als je meer eet dan je nodig hebt, wordt een
deel van de voedingsstoffen opgeslagen als reservestof.
Dat gebeurt vooral in de vorm van vet. Hierdoor word je zwaarder. Als je minder eet dan je nodig hebt, worden je reservestoffen gebruikt als energiebron. Hierdoor neemt je gewicht af.
Afvallen en aankomen
Als je overgewicht of ondergewicht hebt, kun je proberen je gewicht naar een gezonde waarde te brengen. 

Heb je overgewicht?
-> dan ben je te zwaar.

Slide 18 - Diapositive

Sommige mensen met overgewicht proberen af te vallen door minder
te eten dan de aanbevolen hoeveelheden of ze slaan een maaltijd over. Dat is niet zo’n
goede manier. Hierdoor kun je juist eetbuien krijgen. En als je wilt aankomen, kun je
beter niet veel te veel of ongezond voedsel gaan eten. In tabel 3 staan gezonde manieren
om aan je gewicht te werken.
Eetstoornissen
Eetstoornissen
  • Anorexia nervosa
  • Bouilimia nervosa
  • Eetbuistoornis (binge eating disorder)

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De oorzaak van een eetstoornis is vaak psychisch.
Een eetstoornis kun je niet in je eentje oplossen, omdat het over meer gaat dan alleen eten. Hoe langer iemand lijdt aan een eetstoornis, hoe moeilijker deze te behandelen is. Het is daarom belangrijk dat iemand met een eetstoornis zo snel mogelijk hulp zoekt / krijgt. (zie link)

Slide 20 - Diapositive

Enkele oorzaken van eetstoornissen zijn:
• beïnvloed worden door je cultuur of de media
• nare gebeurtenissen in je leven
• een gevoel van controle willen hebben
• faalangst of perfectionisme
• ontevreden zijn over jezelf of je uiterlijk
Vragen?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het werk
Maken: 
2.5 - Opdracht 2

Daarna: 2.5 - Opdracht 1, 3, 5, 6 en 7
Vervolgens:  2.7 - Opdracht 1 t/m 6






Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten
Paragraaf 2.4 (blz 86), opdracht 1, 2, 3, 4, 6, 8, 9 en 10
Paragraaf 2.5 (blz 97), opdracht 1, 2, 3, 5, 6 en 7
Paragraaf 2.7 (blz 116), opdracht 1, 2, 3, 4, 5, en 7


Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon op stil en in je tas
Boek+schrift/chromebook op tafel

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema 2- Voeding en vertering

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema 2 - Voeding en vertering
2.1 - Voedingsmiddelen
2.2 - Voedingsstoffen
2.3 - Zetmeel aantonen
2.4 - Het verteringsstelsel
2.5 - Gezonde voeding

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze les
Eerst: Opdrachten 2.1, 2.2, 2.4 en 2.5 af! (laten controleren)
Vervolgens: Restaurant opdracht afmaken (met Schijf van Vijf)
-> Laten controleren
Daarna: Ontwerpen menukaart

Doel: Een gezond dagmenu voor kunnen opstellen

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze les
Eerst: Opdrachten 2.1, 2.2, 2.4 en 2.5 af! (laten controleren)
Vervolgens: Practicum 'Een gezonde dag'
Daarna: Practicum 'Eet ik gevarieerd?' (eigen ingevulde blad nodig)
Vervolgens: (verder met) Restaurantopdracht
Doel: Een gezond dagmenu voor jezelf of een leeftijdgenoot kunnen opstellen

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions