Flexles 1mhv 1: Werkwoordspelling tt

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Flexles werkwoordspelling klas 1

Welkom klas 1 mavo en havo/vwo.

Volg dit stappenplan, dan maken we er een goede les van.

Stap 1: Telefoons in de telefoontas.

Stap 2: Pak je Chromebook en je schrift.

Stap 3: Ga naar lessonup.app en log in met je eigen naam

Hoe zien de komende flexlessen eruit?

Flexles 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Flexles 2: Persoonsvorm verleden tijd

Flexles 3: Voltooid en onvoltooid deelwoord

Flexles 4: Afsluitende opdracht werkwoordspelling

Wat gaan we doen?

Leerdoel: Ik kan de persoonsvorm tegenwoordige tijd correct spellen.

Hoe bereik je dit doel?

1. Wat weet je al?

2. Uitleg: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

3. Oefenen werkwoordspelling tegenwoordige tijd

Noteer alles wat je weet over de persoonsvorm tegenwoordige tijd

Uitleg: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Persoonsvorm: Is altijd een werkwoord. Zet hem in een andere tijd om de persoonsvorm te vinden.

Hoe spel je de persoonsvorm tegenwoordige tijd?

1. Ga na of je werkwoord een persoonsvorm is.

2. Lees de zin en kijk in welke tijd de zin staat.

3. Tegenwoordige tijd: Vul in plaats van het werkwoord, een vorm van lopen in. Hoor je de -t? Dan schrijf je de -t achter de ik-vorm.

4. Infinitief = het hele werkwoord (+ -en)

Voorbeeld

Het vuurtje .......... (branden) in de open haard.

1. Is het ww een persoonsvorm? Ja.

2. In welke tijd staat deze zin: tegenwoordige tijd (geen tijdsaanduiding als gisteren, vorige week = tt.)

3. Vul lopen in ipv het werkwoord: Het vuurtje loopt in de open haard.

Je hoort de -t, dus ik-vorm +t = brandt.

Noteer de juiste vorm van het werkwoord: Gelukkig (hebben) niemand mij gezien.

Noteer de juiste vorm van het werkwoord: Na een half uur (bevrijden) de brandweer hen.

Noteer de juiste vorm van het werkwoord: Een gazelle (grazen) gemiddeld 18 uur per dag.

Noteer de juiste vorm van het werkwoord: Volgende week (verhuizen) mijn buurjongen al voor de tiende keer.

Vul de juiste vorm in van het werkwoord: Je vingerafdruk (veranderen) soms na vijftien jaar.

Kies de correcte persoonsvorm: Morgen leid/leidt/lijd/lijdt de treinstaking vast op veel scholen tot lege lokalen

1. leid
2. leidt
3. lijd
4. lijdt

Kies de correcte persoonsvorm: Rijd/Rijdt je broer al lang op die brommer?

1. Rijd
2. Rijdt

Kies de correcte persoonsvorm: Misschien word/wordt je wel eerste bij de talentenjacht

1. word
2. wordt

Kies de correcte persoonsvorm: Houd/Houdt de keeper van jouw elftal een penalty tegen?

1. Houd
2. Houdt

Kies de correcte persoonsvorm: De uitnodiging vermeld/vermeldt niet hoe laat het feest begint

1. vermeld
2. vermeldt

Kies de correcte persoonsvorm: Ik benijd/benijdt je echt om je mooie rode krullen.

1. benijd
2. benijdt

Kies de correcte persoonsvorm: Je raad/raadt nooit wie ik vandaag tegenkwam.

1. raad
2. raadt

Kies de correcte persoonsvorm: Vind/Vindt jij Duncan Laurence ook zo'n leuke zanger?

1. Vind
2. Vindt

Vul de juiste vorm in van de werkwoorden: Wanneer je er niet aan (krabben), (verdwijnen) dat puistje vanzelf.

Vul de juiste vorm in van het werkwoord: Met mooie producten en een goed verhaal (verleiden) hij zijn klanten tot meer aankopen dan gepland

Vul de juiste vorm in van het werkwoord: Greta en Kris (beschrijven) het voorval als zeer gevaarlijk.

Vul de juiste vorm in van het werkwoord: De smid (smeden) messen en zwaarden.

Vul de juiste vorm in van het werkwoord: U kunt de code (activeren) op onze website.

Noem de fout uit de zin: Het gebeurd me elke keer en altijd doet het weer zeer. Nooit stel ik de vraag: zeg zie jij me graag.

Verbeter de fout uit de zin: Het gebeurd me elke keer en altijd doet het weer zeer. Nooit stel ik de vraag: zeg zie jij me graag.

Benoem de fouten uit de zin: De Deense hoofdstad Kopenhagen word overspoelt met verschillende mensen.

Verbeter uit de zin: De Deense hoofdstad Kopenhagen word overspoelt met verschillende mensen.

Noteer de juiste vorm van het werkwoord: Het eten (verbranden) in die hete oven