Paragraaf 1.2 Waarom koop je dat?

Paragraaf 1.2


Waarom koop je dat?
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1.2


Waarom koop je dat?

Slide 1 - Diapositive

Hoe gaat het met je?
A
Goed
B
Slecht
C
Mwah
D
Ik heb geen gevoel, nooit gehad, zal ik ook nooit hebben

Slide 2 - Quiz

Programma
  • Huiswerk nakijken
  • Herhaling
  • Pauze
  • Behandelen paragraaf 1.2

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 2
  • Basisbehoeften: brood, huurhuis en spijkerbroek
  • Overige behoeften: scooter, smartphone en tv

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 7
  •  € 6,49 (punt moet komma zijn)
  • € 131,65 (niets)
  • € 143.312 (mag ook € 143.312,00 of € 143.312,-) (leespunt)
  •  € 17,50 (geen 2 komma's en dat streepje aan het eind x)

Slide 5 - Diapositive

Opdracht 8
  • A) € 3,87
  • B) € 3,97 - € 2,49 = € 1,38
  • C) € 2,49 : 3 = €0,83

Slide 6 - Diapositive

Opdracht 13
  • A) Onjuist, 7,55 dus 7,6
  • B) Juist
  • C) Onjuist, 6,32 dus 6,3
  • D) Onjuist, 7,46 dus 7,5

Slide 7 - Diapositive

Opdracht 14: Bereken de gemiddelde prijs van een consumptie

Slide 8 - Question ouverte

Opdracht 14
  • € 2,75  + € 1,80 + € 2,80 = € 7,35
  • € 7,35 : 3 = € 2,45
  • Gemiddelde prijs van een consumptie is € 2,45

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 15a: Bereken hoeveel alle afgebeelde onderdelen samen kosten.

Slide 10 - Question ouverte

Opdracht 15b: Bereken de gemiddelde prijs van een onderdeel. Rond je antwoord af op centen nauwkeurig (twee decimalen).
A
€ 69,04
B
€ 59,04
C
€ 69,03
D
€ 59,03

Slide 11 - Quiz

Opdracht 15
€ 185,68 + € 73,27 + € 68,16 + € 19,61 + € 86,36 + € 38,36 + € 11,80 = €483,24

€ 483,24 : 7 = € 69,03

Slide 12 - Diapositive

Pauze
5 minuten

Slide 13 - Diapositive

Goederen
Diensten

Slide 14 - Question de remorquage

Welke bewering is juist?
A
Zelfvoorziening betekent dat je zelf de goederen koopt die je nodig hebt.
B
Zelfvoorziening is een vorm van consumptie.
C
Bij zelfvoorziening maak je goederen waarmee je in je behoeften voorziet.
D
Het kopen van diensten is een vorm van zelfvoorziening.

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Waar is deze reclame op gericht?
A
Op mensen die houden van makkelijk en snel koken
B
Op mensen met een klein budget
C
Op mensen die houden van goed kwaliteit eten
D
Op mensen die graag eten bestellen

Slide 17 - Quiz

Wat mensen kopen is afhankelijk van
A
Je budget, leeftijd, geslacht
B
Budget
C
Leeftijd
D
Geslacht

Slide 18 - Quiz

Budget
Het geld waar je over beschikt

Slide 19 - Diapositive


Sociale beïnvloeding
Commerciële beïnvloeding

Slide 20 - Diapositive

Geef een voorbeeld van sociale beïnvloeding

Slide 21 - Diapositive

Enzo Knol heeft in zijn video schoenen aan die jij ook wel zou willen hebben. Dit is een voorbeeld van
A
Sociale beïnvloeding
B
Commerciële beïnvloeding

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Vidéo

Dit is een voorbeeld van
A
Sociale beïnvloeding
B
Commerciële beïnvloeding

Slide 24 - Quiz

Korting berekenen
Astrid koop een spijkerbroek van €49,95.
Ze krijgt 15% korting. Bereken de nieuwe prijs.



Slide 25 - Diapositive

Een spel kost 27,50 euro, je krijgt 15% korting. Hoeveel euro korting krijg je?

Slide 26 - Question ouverte

Huiswerk
Opdracht 17, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28

Slide 27 - Diapositive