Tweede les 7 september 2023

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Ontleed deze zin in onderwerp, persoonsvorm en lijdend voorwerp. Karima knuffelt haar moeder.

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Deze toets ga je vast fantastisch maken. Je ... (beantwoorden, tt) de vragen vast goed.

Slide 7 - Question ouverte

De boer ... (verspreiden, tt) over zijn land.

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Noem een sterk en zwak werkwoord en geef duidelijk aan welke sterk/zwak is.

Slide 12 - Question ouverte

Charles en Lianne ... (dansen, vt) tot in de late uurtjes.

Slide 13 - Question ouverte

De enthousiaste kampeerders ... (verbranden) al het brandhout in de eerste vakantienacht.

Slide 14 - Question ouverte

Joost ... (slopen, vt) zijn IPad door hem op de grond te laten vallen.

Slide 15 - Question ouverte

De storm ... (verwoesten, vt) het hele dorp.

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Heb je wel eens naar jezelf ... (luisteren, vd)?

Slide 20 - Question ouverte

Is die cola wel ... (koelen, vd)?

Slide 21 - Question ouverte

De koekjes op de bakplaat waren goed ... (verbranden, vd)

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Het ... (landen, bn) vrachtvliegtuig zat vol appels en bananen.

Slide 27 - Question ouverte

Wat voor cijfer geef je de door jou ... (eten) maaltijd?

Slide 28 - Question ouverte

Piet huilde om zijn ... (jatten, bn) fiets.

Slide 29 - Question ouverte

De stoom kwam uit de ... (rijden, bn) stoomtrein.

Slide 30 - Question ouverte

Slide 31 - Diapositive

Hij schepte ... (huilen, tegenwoordig deelwoord) de ... (aanbranden, bn) koekjes van de bakplaat.

Slide 32 - Question ouverte

... (gillen) rende ze over de finishlijn.

Slide 33 - Question ouverte

Maria werkte ... (schrokken) haar broodje naar binnen in de korte pauze.

Slide 34 - Question ouverte

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive