1. Sterke en onregelmatige werkwoorden

1. Sterke en onregelmatige werkwoorden
Ik heb het gesmorft. En jij?
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

1. Sterke en onregelmatige werkwoorden
Ik heb het gesmorft. En jij?

Slide 1 - Diapositive

Testen, maar dan net even anders
De lijst met sterke en onregelmatige werkwoorden uit het lesboek 'De Bovenkamer' van Josée Coenen (p.135-140) moet je uit het hoofd leren. 

Iedere week 'overhoor' ik 8-10 woorden via LessonUp én krijg je van mij, middels informatieve filmpjes, context rondom het woord.

Slide 2 - Diapositive

Deze week:
ontstaan, bedelven, bedenken, bederven, bedriegen, spreken, bakken, gaan, vriezen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Wat denk jij? Is 'ontstaan' een sterk of een zwak werkwoord?
A
sterk
B
zwak

Slide 5 - Quiz

Vorige week ...., door een kleine verstoring in het oppervlak, een lawine.
A
ontstaande
B
ontstont
C
ontstaat
D
onstond

Slide 6 - Quiz

//bedelven //
kies de juiste vervoeging
(o.v.t. ev - o.v.t. mv - volt.dw)
A
ik bedolf, wij bedolven, bedolven
B
ik bedelfte, wij bedelften, bedelften
C
ik bedolfde, wij bedolven, bedolfd
D
geen idee...

Slide 7 - Quiz

Vul in:
Door de lawine werd hij onder het sneeuw...(bedelven).

Slide 8 - Question ouverte

Vul in:
Wie had dat ooit ...(bedenken)?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de verleden tijd van 'bedenken'?
A
bedachten
B
dachten
C
bedacht
D
bedenke

Slide 10 - Quiz

Hoe wordt 'bedenken' vervoegd in de derde persoon meervoud in de verleden tijd?
A
bedachteden
B
bedachten
C
bedachtenen
D
bedachtenen

Slide 11 - Quiz

Vul in (t.t.):
' ...(bakken) jij er nog iets van?'

Slide 12 - Question ouverte

Vul in:
Vroeger ... (bakken) men er niets van, veel voedsel was al ... (bederven) voordat het de pan ... (ingaan).

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Vidéo

Wat is de tegenwoordige tijd van bedorven?
A
bedierven
B
heb bedorven
C
ben bedorven
D
bederven

Slide 15 - Quiz

Wat is de voltooide tijd van bederven?
A
bedierven
B
bedierf
C
heb bedorven
D
is bedorven

Slide 16 - Quiz

//Vriezen//
kies de juiste vervoeging
(o.v.t. ev - o.v.t. mw - volt.dw)
A
vries, vroren, gevroren
B
vroor, vriezen, gevroren
C
vries, vriesde, gevriest
D
vroor, vroren, gevroren

Slide 17 - Quiz

Door voedsel in te .... .... het niet.
A
vriezen, bedierf
B
vriezen, bederft
C
vroren, bedierf
D
vroren, bedorf

Slide 18 - Quiz

Spreekwoord: Schijn kan ....
(het niet kunnen afgaan op het uiterlijk)
A
bedrogen
B
bedriegen

Slide 19 - Quiz

Zo ook in het klimaatdebat
Landen ondertekenen vrolijk akkoorden maar houden ze zich er ook aan? 
Of is het de schijn die bedriegt? Kijk mee en leer meer over het zogenoemde klimaatdilemma in de politiek.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Elk jaar komen de landen bijeen om met elkaar over het klimaat te ...
A
spraken
B
spreken
C
sproken
D
gespreken

Slide 22 - Quiz

//spreken//
kies de juiste vervoeging
(o.v.t. ev - o.v.t. mv - volt.dw)
A
ik spreek, wij spraken, gesproken
B
ik sprak, wij spreken, besproken
C
ik sprak, wij spraken, gesproken
D
geen idee...

Slide 23 - Quiz

Wat denk jij? Blijven de landen elkaar ....? Of komt alleen Nederland er .... uit?
A
bedrogen, bedriegd
B
bedriegen, bedroogd
C
bedriegen, bedrogen
D
bedrogen, bedriegen

Slide 24 - Quiz

The end
Ik heb het gesmorft. En jij?

Slide 25 - Diapositive