Kritisch lezen

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kunt kritisch lezen om te beoordelen of een tekst objectief en betrouwbaar is.

Slide 2 - Diapositive

Subjectief betekent....
A
persoonlijk, met meningen
B
heel zakelijk, alleen feiten

Slide 3 - Quiz


"5G maakt mensen vatbaarder voor COVID-19."
A
Dit is echt nieuws.
B
Dit is nepnieuws.

Slide 4 - Quiz

Leesstrategieën
Vorig jaar heb je een aantal leesstrategieën geleerd. In dit hoofdstuk komt er eentje bij, namelijk kritisch lezen.
Op de volgende slide vind je een overzicht van de leesstrategieën en hun lesdoelen.

Slide 5 - Diapositive

Strategie   
Zoekend lezen  
Oriënterend lezen
Globaal lezen 
Precies lezen
Studerend lezen  
Kritisch lezen     
Leesdoel      
 Informatie opzoeken
1e indruk krijgen van een tekst
Hoofdzaken uit tekst halen
Tekst helemaal begrijpen
Tekst leren
 Tekst beoordelen; waar/compleet

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive


Wat valt je op als je de twee koppen met elkaar vergelijkt?

Slide 8 - Carte mentale

Waar let je op bij kritisch lezen?
A
De naam van de auteur.
B
Het jaartal van de tekst.
C
De afbeeldingen in de tekst.
D
Het lettertype.

Slide 9 - Quiz

Welk medium is altijd betrouwbaar qua nieuws?
A
Internet.
B
Radio.
C
Kranten.
D
Alle antwoorden zijn fout.

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Waarom geloven we nepnieuws?

Door de vluchtigheid van sociale media is het niet altijd gemakkelijk om kritisch te kijken naar informatie. Als we een bericht zien hebben we daar gelijk onbewust een oordeel over. We zien gelijk of het interessant is. En ook oordelen we snel of iets waar is of niet.

Slide 12 - Diapositive

Checklist
Is de auteur deskundig en onpartijdig?
Wat is de bron van de tekst? (een belangrijke krant of een folder?)
Wie geeft er een interview en waarom? Komen er voor- en tegenstanders aan het woord?
Is de informatie in de tekst niet verouderd/nog actueel?
Klopt het wat de auteur zegt? Laat hij geen belangrijke dingen weg?
Gebruikt de auteur vooral sterke argumenten (vooral feiten) of kun je er makkelijk iets tegen inbrengen?

Slide 13 - Diapositive

Oefenopdrachtje
Op de volgende slides vind je een paar voorbeelden van teksten. Kun jij aangeven of de tekst betrouwbaar is of niet?

Slide 14 - Diapositive


De achterflap van het boek "Gebr." van Ted van Lieshout.
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 15 - Quiz


Een artikel bij de test van zonnebrandproducten.
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 16 - Quiz


Een artikel over Máxima's liefdesleven in het weekblad Privé.
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 17 - Quiz


Het artikel 'Leven op het water' in het tijdschrift 'Wetenschap in beeld'.
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 18 - Quiz


De tekst in de bijsluiter van een medicijn.
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 19 - Quiz

Welke bron is het betrouwbaarst?
A
Facebook
B
wetenschappelijk tijdschrift
C
het tijdschrift Libelle
D
Wikipedia

Slide 20 - Quiz

Welke auteur is het deskundigst in huidveroudering?
A
Nikki Tutorials
B
dermatoloog
C
huisarts
D
Linda de Mol

Slide 21 - Quiz

Hopelijk begrijp je nu hoe belangrijk het is om kritisch te lezen. Laat je niet van alles wijsmaken!

Slide 22 - Diapositive

Opdrachten
Maken :
- opdracht 1, 4 en 5 (p. 141-145). 

Slide 23 - Diapositive