Je maakt gebruik van: mise-en-scène en de vormgeving van het stuk.
Slide 9 - Diapositive
Theatervormgevingsmiddelen
Decor
Rekwisieten / props
Kostuums
Hairstyling en grime
Licht
Muziek
Geluid
Projecties
Slide 10 - Diapositive
Theatrale middelen
Spelgegevens
8 vormgevingsmiddelen
Enscenering
- 5 W's
- decor
- attributen
-kostumering
- kap en grime
- licht - muziek - geluid
- projecties
- mise-en-scène
- vormgeving (plaatsing)
Slide 11 - Diapositive
De 3 functies van theater
Drama in de maatschappij
Slide 12 - Diapositive
De 3 functies van theater zijn:
1. informeren / leren
2. amuseren
3. overtuigen
Uitleg
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Welke functie heeft deze voorstelling?
A
informeren / leren
B
amuseren
C
overtuigen
D
overhalen
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Vidéo
Welke functie heeft deze voorstelling?
A
informeren / leren
B
amuseren
C
overtuigen
D
overhalen
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Vidéo
Welke functie heeft deze voorstelling?
A
informeren / leren
B
amuseren
C
overtuigen
D
overhalen
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Vidéo
Welke functie heeft deze voorstelling?
A
informeren / leren
B
amuseren
C
overtuigen
D
overhalen
Slide 21 - Quiz
Begrippen examen
Neem de begrippen de examenreader (2023/2024) door. Bedenk goed welke je nog niet begrijpt. Zet hier een streepje voor, dan weet je dat je deze nog extra goed moet leren.
Deze begrippen zijn de basis voor het CSE!
Slide 22 - Diapositive
Begrippen examen 2023
voorstelling
stemtechniek
tempo volume
mise-en-scene
regieaanwijzing
scene
personage
podium
(theater-)vormgevingsmiddel
spelgegevens
citeren
handeling
non-verbale uitingsmogelijkheid
cue
speciaaltje
kunstdiscipline/-vorm
speltechniek
identificeren
dubbelrol
schakelen
Slide 23 - Diapositive
Begrippen examen 2023
denktekst
schakelen
dialoog
claus
motief
dramatische tijd
manieren van verwijzen naar werkelijkheid
doorbreken vierde wand
theatervorm
monoloog
werkelijkheid
spelwerkelijkheid
functies theater
rekwisiet
hoofdrol
regisseur
hoge status
Slide 24 - Diapositive
Begrippen examen 2023
fysiek kenmerk lage status
kijkrichting camera
innerlijk conflict
cliffhanger
open doekje
maatschappelijk onderwerp
metafoor
locatietheater
rolinterview
contrast
jabberen
expositie
spanningsboog
karaktereigenschap
poppenspel
absurd
(panto)mime
mimiek
emoties
Slide 25 - Diapositive
Dit was de lessonup
Zorg ervoor dat je de basisbegrippen uit je hoofd leert.
Deze moet je kennen en kunnen toepassen tijdens het examen.