Lichamelijke verzorging
1 / 13
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Goedemorgen klas,
We zitten nu in periode 2 en we gaan het hebben over lichamelijke verzorging.
Slide 2 - Diapositive
Dit zijn de doelen wat jullie moeten behalen voor periode 2. Einde van de les is snap je wat lichamelijke verzorging inhoudt en kan je verder werken aan je opdrachten uit je boek.
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat weten jullie al over lichamelijke verzorging?
Slide 4 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 5 - Diapositive
Als helpende heb je dagelijks te maken met de lichamelijke verzorging van clienten. Sommige cliënten help je bij onderdelen, zoals nagels verzorgen, de sokken en de schoenen aandoen en het verzorgen van het haar.
Bij de handelingen voor de dagelijkse verzorging gebruik je verschillende producten. Bij een client ga je vooral uit de aanwezige producten van de client zelf. denk hierbij de toiletttas van de client. Zo wil de ene client alleen douchen met water en houdt de andere client van zeep of een ander douche product. De interesses en de behoeftes moet je dus goed navragen van deze client. Je gebruikt dus wat de client graag wil. Is er een medische noodzaak om een bepaalde producten te gebruiken, dan houd je je aan wat er in het zorgplan oftewel dossier van de client is afgesproken en is vastgelegd. Ook wanneer je binnen een instelling werkt, gebruik je de spullen van de client.
Slide 6 - Vidéo
Ik zet nu een filmpje over lichamelijke/persoonlijke verzorging bij de doelgroep lichamelijke gehandicapt.
Wat kan je uit dit filmpje halen, wat valt je allemaal op? Wat staat centraal?
Slide 7 - Question ouverte
zelfregie: het sleutelwoord in het begeleiden van mensen met een lichamelijke beperking. De wensen en de mogelijkheden staan in dit filmpje centraal.
verzorging, ondersteuning en begeleiding
iedere zorgvraag is maatwerk!
goede communicatie is van groot belang!
Als een cliënt zelf dingen mag bepalen of beslissen is dit een vorm van...
A
Eigen verantwoordelijkheid
B
Zelfregie
C
Zelfredzaamheid
Slide 8 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Een cliënt gaat zelfstandig met het openbaar vervoer om naar de bibliotheek te gaan.
Onder welke van de onderstaande termen past dit voorbeeld het meest?
Onder welke van de onderstaande termen past dit voorbeeld het meest?
A
Eigen kracht
B
Zelfregie
C
Zelfredzaamheid
D
Eigen verantwoordelijkheid
Slide 9 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Waar houd je allemaal rekening mee bij de lichamelijke verzorging van de cliënt?
Slide 10 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 11 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 12 - Diapositive
Wat vonden jullie van de les?
hebben jullie een tip of een top?
Slide 13 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
