Kennismaking en start Lezen H1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Doelen van deze les:

H1 Lezen:

- Wat is het onderwerp van een tekst?
- Wat is oriënterend lezen?

- Hoe kun je onderwerp van een tekst vinden?

H1 Lezen les 1

Blz. 12

Maak de startopdracht:

-lezen tekst 1

-lees vast de vragen en beantwoord deze (nog niet opschrijven).

Werken in je schrift

Noteer boven aan de bladzijde van je schrift:

Welk hoofdstuk en wel onderdeel het is.

Hoofdstuk 1 Lezen. Nieuw onderdeel> nieuwe bladzijde).

Voor de kantlijn noteer je de opdracht. 

Startopdracht> s opdr.

Opdracht 1> opdr. 1

Vragen beantwoord je in hele zinnen!

Theorie bij H1

Onderwerp: waar de tekst over gaat (noteer in één of een paar woorden).

Onderwerp> oriënterend lezen=> deel lezen & bekijken

• Bekijken tekst:

-Kijk naar de titel.

-Kijk naar foto's en plaatjes.

-Bekijk tussenkopjes (= titels boven alinea's in de tekst)

-Bekijk anders gedrukte woorden (vet, onderstreept, GROOT, gekleurd)

• Lezen 1e stukje ( eerste alinea).
• Geef antwoord op de vraag: waar gaat deze tekst over? 

Wat moet je lezen
bij oriënterend lezen?

1. De hele tekst doorlezen
2. Het slot van de tekst lezen
3. Het eerste stukje (inleiding) lezen
4. De titel lezen

Wat moet je bekijken
bij oriënterend lezen?

1. titel, plaatjes en opvallende woorden
2. titel en tussenkopjes
3. opvallende woorden
4. titel, plaatjes, tussenkopjes en opvallende woorden

Wat is een ander woord voor
'plaatjes'?

1. bronnen
2. illustraties
3. oriënteren
4. synoniem

Aan de slag met de weektaak 

Opdrachten in je lesboek:

Opdracht 1 t/m 5maken op blz. 12 t/m 14. 

Je mag hierbij samenwerken. Als je eerder klaar bent, ga je lezen in je leesboek. Morgen gaan we naar de bieb! 

Weektaak eerste les van volgende week af = maandag 27 september 

Werken in je schrift

Noteer boven aan de bladzijde van je schrift:

Welk hoofdstuk en wel onderdeel het is.

Hoofdstuk 1 Lezen. Nieuw onderdeel> nieuwe bladzijde).

Voor de kantlijn noteer je de opdracht. 

Startopdracht> s opdr.

Opdracht 1> opdr. 1

Vragen beantwoord je in hele zinnen!

Nakijken in je schrift

Je kijkt met een andere kleur je werk na. 

Je noteert met een andere kleur het juiste antwoord.

Vraag bij je docent na als je er niet zelf uitkomt waarom jouw antwoord fout was.