1abe: MV

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Het meewerkend voorwerp (mv)

Pak je boek erbij (blz. 148)

Pak je huiswerk erbij (startopdracht)

Op het internet bieden particuliere verkopers het Nederlandse publiek allerlei spullen aan.

1. Nwg
2. Wwg

Er staat geen koppelwerkwoord in deze zin. Er kan dus ook geen sprake zijn van een naamwoordelijk gezegde (nwg)

Zo kun je allerlei kleuren lichtgevende veters kopen.

1. Nwg
2. Wwg

Er staat geen koppelwerkwoord in deze zin. Er kan dus ook geen sprake zijn van een naamwoordelijk gezegde (nwg)

Een ander nieuw hebbeding is de virtual reality headset.

1. Nwg
2. Wwg

NWG!

• is komt van het werkwoord zijn --> mogelijk kww!
• Ow = Een ander nieuw hebbeding
• Het ow doet niks, maar is iets
• Wat is een ander nieuw hebbeding? = de virtual reality headset (ND) = eigenschap
• WD = is, ND = de virtual reality headset

Daarmee zullen je games heel wat spannender worden.

1. Nwg
2. Wwg

NWG!

• worden  --> mogelijk kww! (bij meerdere werkwoorden in de zin .... zullen = hww)
• Ow = je games
• Het ow doet niks, maar is iets
• Wat zullen je games worden? = heel wat spannender (ND) = eigenschap
• WD = zullen worden, ND = heel wat spannender

Welk koppelwerkwoord ontbreekt? Zijn, worden, blijven, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen.

BLIJKEN

Heeft deze zin een mv?

1. Op het internet bieden particuliere verkopers het Nederlandse publiek allerlei spullen aan.

1. Ja
2. Nee

Wat is het mv in de zin?
1. Op het internet bieden particuliere verkopers het Nederlandse publiek allerlei spullen aan.

Neem nog even snel de theorie door!

blz. 148

Het meewerkend voorwerp (mv)

• Geeft aan voor wie iets bestemd is
• = zinsdeel (redekundig ontleden), hoeft niet in iedere zin te staan. 
• Aan wie / voor wie + wg + ow (+ evt. lv)?
•  Kan beginnen met aan of voor. 
• Als het niet met aan begint, kun je aan ervoor zetten. 
  Loes / geef / ik / een mooi cadeau./ 
  / Aan Loes / geef / ik / een mooi cadeau. 
• Als het mv met voor begint, kun je dat niet zo gemakkelijk weglaten. 
  / Voor jou / maak / ik / een uitzondering.
  / Jou / maak / ik / een uitzondering. 

redekundig ontleden
zoek de pv
zinsdeelstrepen
wg OF nwg (ND + WD)
ow
lv
MV

Huiswerk bespreken! 

Startopdracht (blz. 148)

1. Na de finale overhandigde de scheidsrechter de beker aan de kampioen.

• Gever/ verteller (onderwerp) = de scheidsrechter
• Cadeau/ boodschap (lijdend voorwerp) = de beker
• Ontvanger/ luisteraar (meewerkend voorwerp)= aan de kampioen

2. Heeft Myrthe jou al die leugens over mij verteld?

• Gever/ verteller (onderwerp) = Myrthe
• Cadeau/ boodschap (lijdend voorwerp) = al die leugens voor mij
• Ontvanger/ luisteraar (meewerkend voorwerp)= jou

Huiswerk bespreken! 

Startopdracht (blz. 148)

3. Binnenkort zullen wij alle benodigde informatie per brief aan u toesturen. 

• Gever/ verteller (onderwerp) = wij
• Cadeau/ boodschap (lijdend voorwerp) = alle benodigde informatie
• Ontvanger/ luisteraar (meewerkend voorwerp)= aan u

4. Op internet heeft Naomi voor haar moeder een prachtige jurk gekocht. 

• Gever/ verteller (onderwerp) = Naomi
• Cadeau/ boodschap (lijdend voorwerp) = een prachtige jurk
• Ontvanger/ luisteraar (meewerkend voorwerp)= voor haar moeder

Blader naar bladzijde 253

Maak opdracht 14

Daarmee klaar? 

Hw = opdracht 4 (blz. 149) 

Opdracht 14

1. de club
2. aan haar vriendin
3. haar moeder
4. zijn vader
5. verkopers van de straatkrant
6. alle gasten

Huiswerk

• Hw = opdracht 1 (blz. 149) en opdracht 15 (blz. 253)
• Ook zijn de eerste presentaties!
• 1a: donderdag 10 juni (4 leerlingen uit 'groep 3')
• 1b: dinsdag 8 juni (4 leerlingen uit 'groep 1)
• 1e: donderdag 10 juni (4 leerlingen uit 'groep 3')

• Eerste deel van de les: presentaties, tweede deel van de les: huiswerk bespreken
  
  

Vandaag

- Hw bespreken 

(= opdracht 1 (blz. 149) en opdracht 15 (blz. 253)

- Opdracht 3

- Pwstof 

- Hw: opdr. 4

Proefwerkstof

Leesvaardigheid 

H5: signaalwoorden (als bekend verondersteld: onderwerp, hoofdgedachte, inleiding, slot) 

Grammatica 

Redekundig ontleden: pv, wg, ng, ow, zinsdelen, lv, mv, bwb 

Taalkundig ontleden: blw, olw, bnw, znw, vz, hww, kww, zww 

Kijk het huiswerk na (met een nakijkblad)

- Nakijken met een andere kleur pen

- Maak vervolgens opdr. 3 (blz. 149)
   = hw

Opdracht 3

Mv is dikgedrukt. Twijfel over je zin? Steek je hand even omhoog!

• a Is zo’n reis naar Australië niet veel te duur voor jou?
  
• b Die nieuwe lerares Engels lijkt ons eigenlijk heel aardig.
  
• c Zouden die op internet gekochte schoenen je zus niet te groot zijn?
  
• d De komende toets grammatica is voor de klas behoorlijk lastig volgens de docent.
  
• e Werd de toespraak van de directeur al snel saai voor het personeel?
  

Opdracht 3

NWG (WD + ND benoemen!)

a Is zo’n reis naar Australië niet veel te duur voor jou?

• Wd = is
• Nd = veel te duur

b Die nieuwe lerares Engels lijkt ons eigenlijk heel aardig.

• Wd = lijkt
• Nd = heel aardig

c Zouden die op internet gekochte schoenen je zus niet te groot zijn?

• Wd = zouden zijn
• Nd = te groot

Opdracht 3

NWG (WD + ND benoemen!)

d De komende toets grammatica is voor de klas behoorlijk lastig volgens de docent.

• Wd = is
• Nd = behoorlijk lastig

e Werd de toespraak van de directeur al snel saai voor het personeel?

• Wd = werd
• Nd = saai

Hw = opdracht 4 (blz. 149)

Toetsstof komt op Magister / magistermail

Pecha kucha's in Magister (hw)

Opdracht 4 - zin 1

• Pv = bieden
• Ow = particuliere verkopers
• Wg = bieden aan
• Lv = allerlei spullen
• Mv = het Nederlandse publiek

Opdracht 4 - zin 2

• Pv = kun
• Ow = je
• Wg = kun kopen
• Lv = allerlei kleuren lichtgevende veters
• Mv = X

Opdracht 4 - zin 3

• Pv = laten
• Ow = deze LED-veters
• Wg = laten flitsen
• Lv = je
• Mv = X

Opdracht 4 - zin 4

Pv = 

Ow = 

Wg / Nwg = 

Lv = 

Mv = 

Opdracht 4 - zin 1

Pv = 

Ow = 

Wg / Nwg = 

Lv = 

Mv = 

Opdracht 4 - zin 1

Pv = 

Ow = 

Wg / Nwg = 

Lv = 

Mv = 

Opdracht 4 - zin 1

Pv = 

Ow = 

Wg / Nwg = 

Lv = 

Mv = 

Opdracht 4 - zin 1

Pv = 

Ow = 

Wg / Nwg = 

Lv = 

Mv =