Module6-totaalreacties

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

dinsdag 

        oefenen met 6.3

woensdag  

        oefenen met 6.3

         oefenen met M1-2-7 (pw stof)

CN^- + H₂O --> HCN + OH^-

Welk type reactie

1. Neerslag reactie
2. Redoxreactie
3. Zuur base reactie
4. Ander type

HgS (s) --> Hg (s) + S (s)

Welk type reactie

1. Neerslag reactie
2. Redoxreactie
3. Zuur base reactie
4. Ander type

Ca²⁺ + 2 OH^- --> Ca(OH)₂

Welk type reactie

1. Neerslag reactie
2. Redoxreactie
3. Zuur base reactie
4. Ander type

Zn + 2 H⁺ --> Zn²⁺ + H₂

Welk type reactie

1. Neerslag reactie
2. Redoxreactie
3. Zuur base reactie
4. Ander type

§ 6.3 Beredeneer of de volgende deeltjes als reductor als oxidator of als beide kunnen reageren

Reductor

Oxidator

Beide

H+

Li

Fe

Fe2+

Hg+

Se

P3-

S^2-     -->      S(s)   

Hg2+      -->    Hg(s)

S^2-     -->      S(s)   

Hg2+      -->    Hg(s)

         woensdag blokuur

Deze halfreactie is niet compleet: F₂ → 2 F⁻

Hoeveel e⁻ moeten er aan welke kant staan?

1. 2 e- links
2. 2 e- rechts
3. 1 e- links
4. 1 e- rechts

Hoeveel elektronen horen er waar in deze halfreactie te staan?

BiO⁺ + 2 H⁺ →  Bi (s) + H₂O

1. na de pijl e-
2. voor de pijl e-
3. voor de pijl 2e-
4. na de pijl 2e-

S^2-     -->      S(s)  +2e- 

Hg2+  +2e-    -->    Hg(s)

Teken de volgende twee moleculen, op de volgende slide kun je een foto inleveren

3-hydroxy-4-methylpentaanzuur

trans-pent-2-een

3-hydroxy-4-methylpentaanzuur
trans-pent-2-een

Einde

proefwerk is M1-M2-M7  (t/m 7,4)

Huiswerk is leren. 

Op dinsdag ga ik 6,3 nog eens doen en is er ruimte om vragen te verzamelen. 

Woensdag ga ik dan de klassenvragen behandelen en verder voorbereiden op proefwerk

a. butaan-2ol b. kaliumhydroxide
c. natronloog + koper(II)chloride

00:10

Wat is de juiste notatie van het vaste jood

1. I​2​​
2. I​−​​
3. I​2−​​
4. I

00:44

Dit is een ... reactie

1. exotherme
2. endotherme

00:53

00:53

Geef de halfreactie voor de oxidator en reductor

00:53

Aluminium (Al) is de...

Jood (I2) is de...

1. Al: oxidator I2: reductor
2. Al: reductor I2: oxidator
3. Beide oxidator
4. Beide reductor

00:10

Wat is de juiste notatie van het vaste aluminium

1. Al
2. Al​3+​​
3. Al​2+​​
4. Al​2​​

Wat is de sterkste reductor?

1. Al
2. Fe²⁺
3. Cu
4. Mg

Wat is de sterkste oxidator?

1. Br₂
2. Al³⁺
3. Pb⁴⁺
4. Ag⁺

Men brengt een stukje calcium in een oplossing van kaliumchloride. Wat is de halfreactie van de reductor?

1. 2 Cl- -> Cl2 + 2 e-
2. Ca-> Ca2+ + 2 e-
3. K -> K+ + e-
4. Ca2+ + 2 e- -> Ca

calcium in een oplossing van kaliumchloride

inventarisatie: 

K+                    I-                   Ca                    H2O

                                                red

Men brengt een stukje zink in een oplossing van tin(IV)nitraat. Wat is de totaalreactie die plaatsvindt?

1. Zn + 4 OH- + Sn4+ -> Zn(OH)4(2-) + Sn2+
2. Zn + Sn4+ -> Zn2+ + Sn2+
3. 2 Zn + 8 OH- + Sn4+ -> 2 Zn(OH)4(2-) + Sn
4. 2 Zn + Sn4+ -> 2 Zn2+ + Sn

Zink in oplossing van tin(IV)nitraat

inventarisatie: 

Zn                    Sn⁴⁺                   NO₃^-                    H2O

red

huiswerk oefenstencil magister