Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Klas 2 hh bez/aanw vnw + wederkerend ww + bijv nw + verg trap
Wederkerende werkwoorden (klas 2)
1 / 41
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
41 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Wederkerende werkwoorden (klas 2)
Slide 1 - Diapositive
Uit je hoofd
Slide 2 - Diapositive
hij wast zich
A
il se lave
B
nous nous lavons
C
il te sent
D
il se détend
Slide 3 - Quiz
jij heet
A
tu m'appelles
B
tu t'appelles
C
tu s'appelle
D
te te couches
Slide 4 - Quiz
jullie ontspannen je
A
nous nous détendons
B
nous vous détendons
C
vous vous détendez
D
vous nous détendez
Slide 5 - Quiz
ik voel me
A
je me sens
B
je te sens
C
je se sens
D
je m'appelle
Slide 6 - Quiz
zij gaan naar bed
A
ils me couchent
B
ils nous couchons
C
ils te couchent
D
ils se couchent
Slide 7 - Quiz
se reposer - il
Slide 8 - Question ouverte
se laver - elles
Slide 9 - Question ouverte
s'habiller - nous
Slide 10 - Question ouverte
se coucher - vous
Slide 11 - Question ouverte
Het bezittelijk voornaamwoord
Slide 12 - Diapositive
In het Nederlands kijk je voor het juiste bezittelijk voornaamwoord (mijn, jouw, zijn, haar, onze, jullie, hun) naar:
A
het bezit
B
de bezitter
Slide 13 - Quiz
In het Frans kijk je voor het juiste bezittelijk voornaamwoord (mon, ton, son etc) naar:
A
het bezit
B
de bezitter
Slide 14 - Quiz
Wat is het juiste bezittelijk voornaamwoord?
(jouw) robe est trop chère
A
ta
B
tes
C
ton
Slide 15 - Quiz
(zijn) ....... mère
A
ses
B
sa
C
son
Slide 16 - Quiz
(hun) chaussettes
A
leurs
B
vos
C
leur
Slide 17 - Quiz
(onze) manteau
A
nos
B
notre
C
vos
D
votre
Slide 18 - Quiz
Aanwijzend voornaamwoord
Je hebt verschillende vormen van het aanwijzend voornaamwoord in het Frans. Namelijk:
Slide 19 - Diapositive
.......... petite fille a quatre ans.
Slide 20 - Question ouverte
J’adore ________________________ vacances à la plage.
Slide 21 - Question ouverte
Tu mets .......... verres sur la table?
Slide 22 - Question ouverte
.......... actrice est très connue.
Slide 23 - Question ouverte
.......... hôtel est cher.
Slide 24 - Question ouverte
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 25 - Diapositive
Wat is de basisregel? Bijvoeglijk naamwoorden in het Frans komen altijd ............................
Slide 26 - Question ouverte
Welke woorden in het Frans komen wel VOOR het zelfstandig naamwoord?
Slide 27 - Carte mentale
Is deze zin juist? Let op de plaats en vorm
La verte maison
goed
fout
Slide 28 - Sondage
Is deze zin juist? Let op de plaats en vorm
les dames intélligentes
goed
fout
Slide 29 - Sondage
Is deze zin juist? Let op de plaats en vorm
Le copain vieux
goed
fout
Slide 30 - Sondage
Is deze zin juist? Let op de plaats en vorm
Les jolis enfants
goed
fout
Slide 31 - Sondage
Is deze zin juist? Let op de plaats en vorm
Les filles méchants
goed
fout
Slide 32 - Sondage
Is deze zin juist? Let op de plaats en vorm
La voiture rouge
goed
fout
Slide 33 - Sondage
Is deze zin juist? Let op de plaats en vorm
La belle peinture
goed
fout
Slide 34 - Sondage
Is deze zin juist? Let op de plaats en vorm
La jeunes fille
goed
fout
Slide 35 - Sondage
Is deze zin juist? Let op de plaats en vorm
Les garçons sportifs
goed
fout
Slide 36 - Sondage
Vergrotende trap
Plus (bijv nw) que.....
Aussi (bijv nw) que.....
Moins (bijv nw) que......
meer/groter/kleiner etc .......dan
even ...... als
minder ....... dan
Slide 37 - Diapositive
Samenvatting
!!!!! Kijk of je het bijvoeglijk naamwoord moet aanpassen!!
!!! Uitzondering: bon = goed, lekker.
Vergrotende trap ---> meilleur = beter, lekkerder (zonder plus ervoor!!!)
Slide 38 - Diapositive
Maak de vergrotende trap.
L'espagnol est ___ (moeilijker dan) le français. (difficile)
Slide 39 - Question ouverte
Maak de vergrotende trap.
Cette maison est ___ (minder wit). (blanc)
Slide 40 - Question ouverte
Maak de vergrotende trap.
Le chocolat est ___ (beter dan) le gâteau. (meilleur)
Slide 41 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Trede 9 - Leerdoel 3 (schrijven)
Mai 2022
- Leçon avec
22 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Trede 9 - Leerdoel 3 (schrijven)
Novembre 2024
- Leçon avec
36 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Trede 9 - Herhaling voor de toets
Juin 2023
- Leçon avec
48 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
GL ED5 4H CH1 gram C - 1
Octobre 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
GL ED5 4H CH1 gram C - 1
Octobre 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
4 HAVO - Grammaire C - Les comparaisons
Octobre 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
4 HAVO - Grammaire C - Les comparaisons
Octobre 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
4 HAVO - Grammaire C - Les comparaisons
Octobre 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4