Trede 9 - Leerdoel 3 (schrijven)

Aujourd'hui
- Vocabulaire kahoot
- Herhaling bijv. nw.

Werkdoelen:
- la famille
- l'arbre généalogique
- écrire un mail

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Aujourd'hui
- Vocabulaire kahoot
- Herhaling bijv. nw.

Werkdoelen:
- la famille
- l'arbre généalogique
- écrire un mail

Slide 1 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord
Weet je het nog?

vorm & plaats

Slide 2 - Diapositive

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de goede vorm:
La maison est (grand)

Slide 3 - Question ouverte

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de goede vorm:
La fille est (beau)

Slide 4 - Question ouverte

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de goede vorm:
Mes frères sont (petit)

Slide 5 - Question ouverte

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de goede vorm:
Le vélo est (nouveau)

Slide 6 - Question ouverte

In welke zin staat het bijvoeglijk nw
in de goede vorm & op de juiste plaats?
A
une maison grand
B
une maison grande
C
une grand maison
D
une grande maison

Slide 7 - Quiz

In welke zin staat het bijvoeglijk nw
in de goede vorm & op de juiste plaats?
A
un film intéressant
B
un film intéressante
C
un intéressant film
D
un intéressante film

Slide 8 - Quiz

In welke zin staat het bijvoeglijk nw
in de goede vorm & op de juiste plaats?
A
les soeurs beaux
B
les soeurs belles
C
les beaux soeurs
D
les belles soeurs

Slide 9 - Quiz

Werkdoel: la famille
- Vocabulaire: namen van familieleden
- Grammatica: bezittelijk voornaamwoord

Slide 10 - Diapositive

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 11 - Diapositive

Bezittelijk voornaamwoord
- Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is
- De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord dat volgt
   (mannelijk, vrouwelijk, meervoud)

Slide 12 - Diapositive

Bezittelijk voornaamwoord
mannelijk
vrouwelijk
meervoud
mijn
mon
ma
mes
jouw
ton
ta
tes
zijn / haar
son
sa
ses
ons / onze
notre
notre
nos
uw / jullie
votre
votre
vos
hun 
leur
leur
leurs

Slide 13 - Diapositive

Bezittelijk voornaamwoord
Attention! 
Bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord dat begint met een klinker / h gebruik je het mannelijk bezittelijk voornaamwoord

Slide 14 - Diapositive

(mijn) soeur
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 15 - Quiz

(haar) père
A
son
B
sa
C
ses

Slide 16 - Quiz

(jouw) parents
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 17 - Quiz

(zijn) mère

Slide 18 - Question ouverte

(onze) tantes

Slide 19 - Question ouverte

(hun) frère

Slide 20 - Question ouverte

(haar) oncle

Slide 21 - Question ouverte

Werkdoel: l'arbre généalogique
- stamboom
met bezittelijk voornaamwoord

Slide 22 - Diapositive