bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord


Het mooie eendje zwemt in de gracht.

De eend is mooi (een BN kan dus ook achter het ZN staan)


1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord


Het mooie eendje zwemt in de gracht.

De eend is mooi (een BN kan dus ook achter het ZN staan)


Slide 1 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord kun je ook weglaten:


Het eendje zwemt in de gracht.

Slide 2 - Diapositive

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het materiaal waarvan iets gemaakt is en eindigt vaak op -en


De gouden ring

Maar: de plastic tas (zonder -en)

Slide 3 - Diapositive

Welke (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden zie je in de volgende zin?

De houten bank is oud.

Slide 4 - Question ouverte

Welke (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden zie je in de volgende zin?

De geleerde professor is naar de lange bijeenkomst geweest.

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

De normaalste zaak van de wereld

a: de b: normaalste c: zaak d: wereld
A
de
B
normaalste
C
zaak
D
wereld

Slide 6 - Quiz

Bijvoeglijke naamwoorden:

Dat arme meisje heeft een gebroken hart

Slide 7 - Question ouverte

Bijvoeglijke naamwoorden:

Mijn lieve moeder had gouden oorbellen in haar nylon tas gestopt

Slide 8 - Question ouverte

De regel is: zo kort mogelijk. Waarom schrijven we 'opgezette' en niet 'opgezete'?

Slide 9 - Question ouverte

Welke bijvoeglijk naamwoorden kunnen hierbij?
stoel

Slide 10 - Carte mentale