Ademhalingsstelsel en COPD

20 VP B
Ademhalingsstelsel en COPD
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

20 VP B
Ademhalingsstelsel en COPD

Slide 1 - Diapositive

Inhoud
Hoe zit het met de normale ademhaling?
Welke structuren hebben we daarbij nodig?
Wat als het fout gaat?
Verpleegkundige zorg (zuurstof)

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Je kunt na deze les in je eigen woorden uitleggen hoe wij ademhalen.

Je kunt daarbij minimaal 5 anatomische structuren benoemen.

Je kunt minimaal 3 oorzaken van COPD benoemen.

Je kunt minimaal 5 symptomen van COPD benoemen.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Anatomie van de long


De luchtwegen bestaan uit de trachea, de linker en rechter hoofdbronchus, de kleinere bronchiën en de allerkleinste bronchiën, die ook wel bronchioli worden genoemd. Uiteindelijk komt de ingeademde lucht in de longblaasjes of de alveoli.


Slide 5 - Diapositive

De diagnose:
 van chronische longaandoeningen wordt gesteld door het bekloppen en beluisteren van de thorax. Typische piepende en brommende geluiden in de longen wijzen op bronchitis. Daarna volgt meestal een thoraxfoto en ten slotte een longfunctieonderzoek. 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Behandeling
  1. bestrijden van de allergie
  2. geven van fysiotherapie voor het aanleren van goede ademhalings- en hoesttechnieken
  3. voorkomen van infecties
  4. toedienen van medicijnen bij acute aanvallen voor het couperen van een aanval
  5. toedienen van medicijnen als onderhoudstherapie/preventie

Slide 8 - Diapositive

Medicijnen voor chronische longaandoeningen
De volgende medicijnen kunnen worden voorgeschreven bij chronische longaandoeningen:

Bronchus verwijdende middelen. Deze middelen zorgen voor relaxatie van de bronchusspiertjes.
 Voorbeeld: Atrovent.
Ontstekingsremmende middelen. 
Ze remmen de ontstekings-reactie van het trilhaar-epitheel. Voorbeeld: Flixotide.


Slijmverdunnende middelen. Deze maken het slijm dunner en vloeibaar, zodat het makkelijker opgehoest kan worden. Voorbeeld: Bisolvon.

Slide 9 - Diapositive

Wij ademen hoeveel zuurstof in?
A
14%
B
15%
C
16%
D
21%

Slide 10 - Quiz

De kleinste luchtwegen zijn de:
A
Trachea
B
Bronchien
C
Bronchiolen
D
Carina

Slide 11 - Quiz

De prikkel van de hersenen naar de longen om in te ademen wordt door het _ niveau bepaald.
A
zuurstof
B
kooldioxide

Slide 12 - Quiz


Cystic fibrosis


Cystic fibrosis (CF) is een erfelijke ziekte, waarbij door de klieren te dik, taai slijm wordt geproduceerd. Daarom wordt cystic fibrosis ook wel taaislijmziekte genoemd.

Slide 13 - Diapositive

Bij COPD raken de _ ontstoken
A
Bronchiolen
B
Haarvaten

Slide 14 - Quiz

Wat is geen risico voor COPD?
A
Cigaretten
B
Verfresten
C
BigMac
D
Sporten

Slide 15 - Quiz

De piepende ademhaling bij COPD wordt door _ veroorzaakt.
A
Vernauwing
B
Verbreding

Slide 16 - Quiz

Opdracht
Hoe stellen we COPD vast bij een cliënt?  Welke onderzoeken zijn nodig?

Hoe behandelen we COPD?
(Welke medicatie? Welke begeleiding van de client?)

Slide 17 - Diapositive

Vaststellen
Onderzoek:

Anamnese - belangrijkste!
Beluisteren longen - zie volgende dia.
Rontgenfoto
Spirometrie

Slide 18 - Diapositive

Piepende ademhaling passend bij COPD

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Zuurstof berekenen

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Huiswerk
Maak een overzicht van de veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van zuurstof.

Minimaal 8 aspecten

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive