Thema 5: Voegwoorden

Samengestelde zinnen maken
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute VBLeerroute 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Samengestelde zinnen maken

Slide 1 - Diapositive

Hoe heet het woord dat twee hoofdzinnen aan elkaar plakt?
A
het plakwoord
B
het signaalwoord
C
het lidwoord
D
het voegwoord

Slide 2 - Quiz

Welke voegwoorden ken je?
Typ er zoveel mogelijk.

Slide 3 - Carte mentale

Welke 5 voegwoorden plakken altijd twee hoofdzinnen aan elkaar?

Slide 4 - Question ouverte

Bij welke voegwoorden komt het werkwoord aan het einde van de zin? (hoofdzin met bijzin)

Slide 5 - Question ouverte

want – maar – en – of – dus
Het water is bevroren, _________________ het was vannacht erg koud.

Slide 6 - Question ouverte

want – maar – en – of – dus

Zij willen thuisblijven, _________________ ze moeten boodschappen doen.

Slide 7 - Question ouverte

want – maar – en – of – dus

Ik heb veel tijd om je te helpen, _________________ ik heb geen werk.

Slide 8 - Question ouverte

Maak van twee zinnen één. Gebruik want – maar – en – of – dus

Ik ga niet zwemmen. Ik ben verkouden.

Slide 9 - Question ouverte

Maak van twee zinnen één. Gebruik want – maar – en – of – dus

Ik wil graag komen. Ik ben moe

Slide 10 - Question ouverte

Maak van twee zinnen één zin. Gebruik het voegwoord als

Iedereen gaat naar huis. Het is vijf uur.

Slide 11 - Question ouverte

Maak van twee zinnen één zin. Gebruik het voegwoord 'omdat'
Ik kan geen brommer kopen. Ik heb niet genoeg geld.

Slide 12 - Question ouverte

Maak de zin af:

Ik ben blij, want ...............................

Slide 13 - Question ouverte

Maak de zin af:

Je draagt een jas als ........

Slide 14 - Question ouverte