6.5 De complementenregel
1 / 13
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
1. In een vaas zitten 4 gele, 3 groene en 5 blauwe knikkers. Oliver pakt er 3.
Bereken de kans dat er minstens 1 groene bij zit.
Bereken de kans dat er minstens 1 groene bij zit.
Slide 7 - Question ouverte
2. In een vaas zitten 4 gele, 3 groene en 5 blauwe knikkers. Oliver pakt er 3.
Bereken de kans dat ze alle drie dezelfde kleur hebben.
Bereken de kans dat ze alle drie dezelfde kleur hebben.
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
3. De draaischijf hiernaast wordt 5x
gedraaid. Bereken de kans dat er
2x banaan worden gedraaid.
gedraaid. Bereken de kans dat er
2x banaan worden gedraaid.
Slide 11 - Question ouverte
4. De draaischijf hiernaast wordt 5x
gedraaid. Bereken de kans dat er
hoogstens 3x banaan wordt gedraaid.
gedraaid. Bereken de kans dat er
hoogstens 3x banaan wordt gedraaid.
