H9 kansverdelingen

Hoofdstuk 9 kansverdelingen even herhalen
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 9 kansverdelingen even herhalen

Slide 1 - Diapositive

P(G 1 óf G 2)
P( G1) x P(G2)
P( G1) + P(G2)

Slide 2 - Question de remorquage

Dit heet de  somregel

Als óf het één, óf het ander mag gebeuren, wordt de kans groter.

Slide 3 - Diapositive

P(G 1 én G 2)
P( G1) x P(G2)
P( G1) + P(G2)

Slide 4 - Question de remorquage

Dit heet de  productregel

Als het één én het ander moet gebeuren, wordt de kans kleiner

Slide 5 - Diapositive

Bereken exact de kans dat er geen enkele 1 wordt aangewezen. Geef je antwoord als .../...

Slide 6 - Question ouverte

Bereken exact de kans dat er één twee wordt aangewezen. Geef je antwoord als .../...

Slide 7 - Question ouverte

Het vaasmodel, trekken met en zonder terugleggen

Slide 8 - Diapositive

kans op één mogelijke volgorde keer het aantal mogelijke volgordes

Slide 9 - Diapositive

kans op één mogelijke volgorde keer het aantal mogelijke volgordes

Slide 10 - Diapositive

In een vaas zitten 7 groene, 3 blauwe en 5 rode knikkers, dus totaal 15 knikkers

Je pakt zes knikkers uit de vaas
Bereken de kans op 2 rode, 1 blauwe en 3 groene knikkers. Rond je antwoord af op drie decimalen.

Slide 11 - Diapositive

In een vaas zitten 7 groene, 3 blauwe en 5 rode knikkers. Je pakt zes knikkers uit de vaas. Bereken de kans op 2 rode, 1 blauwe en 3 groene knikkers. Rond je antwoord af op drie decimalen.

Slide 12 - Question ouverte

P(2 rode, 1 blauwe en 3 groene knikkers)=
P(2 rode, 1 blauwe en 3 groene knikkers)=

Slide 13 - Diapositive

In een vaas zitten 9 rode en 6 witte knikkers. Dus in totaal 15 knikkers.

Je pakt mét terugleggen vier knikkers. 

Bereken de kans op twee rode knikkers. Rond je antwoord af op drie decimalen.

Slide 14 - Diapositive


I
In een vaas zitten 9 rode en 6 witte knikkers. Dus in totaal 15 knikkers.  Je pakt mét terugleggen vier knikkers. 
Bereken de kans op twee rode knikkers. Rond je antwoord af op drie decimalen.

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

In een vaas zitten 9 rode en 6 witte knikkers. Dus in totaal 15 knikkers.

Je pakt vier knikkers. 

Bereken de kans op twee rode knikkers. Rond je antwoord af op drie decimalen.

Slide 17 - Diapositive

In een vaas zitten 9 rode en 6 witte knikkers. Je pakt vier knikkers. Bereken de kans op 2 rode knikkers. Rond je antwoord af op drie decimalen.

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Kleine steekproef uit grote populatie:
Je mag trekken zonder terugleggen opvatten als trekken met terugleggen. 

Slide 20 - Diapositive

In 83% van de Nederlandse huishoudens wordt op internet gezocht naar productinformatie. Bij een onderzoek wordt aan huishoudens gevraagd een vragenlijst in te vullen.
 a. Bereken de kans dat van 11 huishoudens er  
     9 op internet zoeken naar productinformatie.
     Rond je antwoord af op drie decimalen.

Slide 21 - Diapositive


In 83% van de Nederlandse huishoudens wordt op internet gezocht naar productinformatie. Bij een onderzoek wordt aan huishoudens gevraagd een vragenlijst in te vullen.
Bereken de kans dat van 11 huishoudens er 9  op internet zoeken naar productinformatie . Rond je antwoord af op drie decimalen.

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

In 83% van de Nederlandse huishoudens wordt op internet gezocht naar productinformatie. Bij een onderzoek wordt aan huishoudens gevraagd een vragenlijst in te vullen.
 a. Bereken de kans dat van elf huishoudens er  
     negen  op internet zoeken naar productinformatie.
     Rond je antwoord af op drie decimalen.
b. In eeen straat met 50 huishoudens zoeken er 40 
     productinformatie op internet. Bereken de kans dat van de acht
    teruggestuurde vragenlijsten uit deze straat er er vijf afkomstig
    zijn van een huishouden dat productinformatie op internet
    zoekt. Rond je antwoord af op drie decimalen.

Slide 24 - Diapositive

In een straat met 50 huishoudens zoeken er 40
productinformatie op internet. Bereken de kans dat van de 8
teruggestuurde vragenlijsten uit deze straat er 5 afkomstig
zijn van een huishouden dat productinformatie op internet
zoekt. Rond je antwoord af op drie decimalen.

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

Je organiseert een spel en de opbrengst is voor het KWF. Een deelnemer gooit één keer met twee  dobbelstenen. Het aantal gegooide ogen bepaalt wat je ontvangt. De inzet is 2 euro.
Gooi je in totaal 2 of 3 ogen dan ontvang je 5 euro.
Gooi je in totaal 11 of 12 ogen dan ontvang je 10 euro.
Gooi je in totaal 4, 5, 6, 7, 8, 9 of 10 ogen dan ontvang je niets.
Is dit een goed spel om geld binnen te halen voor het KWF? Geef een duidelijke toelichting.

Slide 27 - Diapositive

Is dit een goed spel om geld binnen te halen voor het KWF? Geef een duidelijke toelichting.
A
Nee, want de prijzen zijn te hoog
B
Ja, want 2 euro inzet is best veel
C
Dat weet je niet. Je berekent eerst de kansen op de aantallen ogen.
D
Dat weet je pas als je het spel een aantal keer hebt gespeeld

Slide 28 - Quiz

Hoe bereken je de kans op het gooien van in totaal 2 of 3 ogen?
Je maakt een tabel met alle mogelijke uitkomsten
de aantallen die mogelijk zijn, zijn  2 t/m 12,
dus de uitkomst is 2/11 

Slide 29 - Question de remorquage

Slide 30 - Diapositive

P(2 of 3 ogen) =  
P(11 of 12 ogen) = 
P(4, 5, 6, 7, 8, 9 of 10 ogen) = 

Slide 31 - Diapositive

De berekende kansen zet je in een tabel. Wat zet je nog meer in de tabel ?
A
De winst/verlies
B
De opbrengst
C
Beide is mogelijk
D
Weet ik niet

Slide 32 - Quiz

Bereken nu de verwachtingswaarde. Rond je antwoord af op twee decimalen.

Slide 33 - Diapositive



Slide 34 - Question ouverte

De verwachtingswaarde van de winst is 

E(W)=8(363)+3(363)+2(3630)=0,75

Slide 35 - Diapositive

E(R)=10(363)+5(363)+0(3630)=1,25
E(W)=E(R)+inzet=1,25+2=0,75

Slide 36 - Diapositive