vitale functies.1

WELKOM!!
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

WELKOM!!

Slide 1 - Diapositive

LESDOELEN:
Aan het einde van de les:

- kun je benoemen wat vitale functies zijn
- weet je hoe een bloeddrukmeter eruit ziet en hoe deze werkt

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn de vitale functies?
A
Hartfrequentie, bloeddruk, saturatie, temperatuur en bewustzijn
B
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en urineproductie
C
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en het 'niet pluis gevoel'
D
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en bewustzijn

Slide 3 - Quiz

Wat zijn de vitale functies?
Hartslag
Ademhaling
Temperatuur
Bloeddruk
Bewustzijn

Slide 4 - Diapositive

Wanneer te meten?
Deze kunnen af en toe worden gemeten bij een bezoek aan een dokter ter controle maar soms ook continu, bijvoorbeeld op de intensive care. Bij ouderen in een verzorgingshuis of in de thuiszorg moeten soms ook de vitale functies worden gemeten.

Slide 5 - Diapositive

Waarom meten we vitale functies?

Vitale functies zorgen ervoor dat wij in leven blijven. Als er problemen zijn met de vitale functies kan er bijvoorbeeld een ziekte zijn die behandeld moet worden door een dokter.

Het compleet wegvallen van een vitale functie is levensgevaarlijk!

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Observatie ademhaling
- Frequentie ademhaling
- Diepte en gelijkmatigheid ademhaling
- Regelmaat van de ademhaling
- Geluid van de ademhaling

Slide 9 - Diapositive

Wat is een normale ademhalingsfrequentie voor volwassenen?
A
20-25x/min
B
15-20x/min
C
18-22x/min
D
25-30x/min

Slide 10 - Quiz

Frequentie ademhaling
Normale ademhaling:
Bij volwassenen 15 tot 20 maal per minuut 
Kinderen 20 tot 25 maal per minuut
Baby’s 30 tot 40 maal per minuut

Slide 11 - Diapositive

Hoge ademfrequentie komt voor bij:
Aandoeningen van longen en luchtwegen
Hartafwijkingen
Koorts
Lichamelijke inspanning
Emotie 
 Pijn (ribben)

Slide 12 - Diapositive

Lage ademfrequentie:
In slaap en rusttoestand
Na gebruik van slaapmiddelen.

Slide 13 - Diapositive

Diepte en gelijkmatigheid
Bij een diepe ademhaling is de frequentie lager en bij een oppervlakkige ademhaling hoger
Een oppervlakkige ademhaling komt voor bij:
Aandoeningen van ademhalingsorganen (longemfyseem)
Sommige hart en vaatziekten
Een diepe ademhaling komt oa voor:
Na gebruik van slaapmiddelen
Bij bewusteloosheid ten gevolge van een hoge bloedsuikergehalte

Slide 14 - Diapositive

Ritme
Na iedere inademing en uitademhaling is een pauze
Als bij elke pauze de rust even lang is dan is het een normale uitademing

Bij een onregelmatig ademhaling duren de pauzes korter tot helemaal geen pauzes

Slide 15 - Diapositive

Geluid
Normale omstandigheden:
 vrijwel geen geluid
Mogelijk snurken (zwelling van de slijmvliezen van de ademhalingswegen)


Afwijkende ademhaling: 
Hijgende
Snurkende
Rochelende
Piepende ademhaling (astma aanval)

Slide 16 - Diapositive

Afwijkende ademhaling
Kussmall – ademhaling:
Regelmatige diepe ademhaling.
Komt voor bij bewusteloosheid door een verhoogde bloedsuikerspiegel


Cheyne – stokes – ademhaling:
Onregelmatige en ongelijkmatige ademhaling
Het is een in diepte toenemende ademhaling, die geleidelijk oppervlakkiger wordt, waarnaar een korte of langere adampauze volgt.
Dit beeld zie je vaak bij mensen die op sterven liggen.

Gasping:
Gasping is een reflex van het lichaam als reactie op een laag zuurstofgehalte in de hersenen. Gasping kan er op allerlei manieren uit zien. Dat hangt ook een beetje af van hoe lang de circulatiestilstand al duurt. Het wordt vaak beschreven als een schokkende, onregelmatige en/of luid snurkende ademhalingsbeweging. Start reanimatie!



Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Vidéo

Temperatuur
Normale temperatuur: 36 tot 37,5 C
Verhoging: 37,5 tot 38 C
Koorts: boven de 38 C
Ondertemperatuur: lager dan 36 C


Ochtendtemp is lager dan de middagtemp


Slide 21 - Diapositive

Hoe meet je de temperatuur
bij een patiënt?

Slide 22 - Carte mentale

Manieren temperatuur meting
Rectaal (in het rectum)
Axillair (onder de oksel) + 0,3
Oraal (onder de tong) + 0,5
Voorhoofd + 0,2
In het oor 

Slide 23 - Diapositive

Koude rilling
Koude fase (1)
Rilt van de kou, klappertanden en schudden in bed

Warmte fase (2)
Acute temperatuurstijging, zv onrustig en angstig

Transpiratiestadium (3)
Zv sterk transpireren, lichaamstemp daalt, bleke gelaatskleur, snelle pols, klam voorhoofd.
Na de koude rilling die 10-30 minuten duurt. Daana meestal in diepe slaap. Lichaam moet herstellen.

Slide 24 - Diapositive

Verpleegkundige zorg
Verzorgingstips:
Bedrust houden, koorts vraagt extra energie van het lichaam
Stem de omgevingstemp van de ruimte aan op de wensen van de cliënt
Demp het licht
Zorg voor extra vocht (bij hoge temp 2 a 3 liter in totaal)
Verschoon het bed vaker bij overmatig transpireren
Vaker douchen of wassen
Denk aan mogelijk complicaties bij langdurige bedrust
Observeer de cliënt
Geef aandacht en zorg

Slide 25 - Diapositive

Hartfrequentie
Je observeert het aantal hartslagen per minuut
Je observeert de hartslag in rusttoestand

Gemiddelde hartslag
   - pasgeborene: 120 – 140 sl/min
   - kinderen: de frequentie hangt af van leeftijd, maar hoger dan
     bij een volwassene
   - volwassene 60 – 80 sl/min

Slide 26 - Diapositive

Wat gebeurt er tijdens een hartslag?
Bij elke hartslag vult het hart zich met bloed. Daarna trekt de hartspier samen om bloed naar je organen en spieren te pompen. Dit lijkt eenvoudig geregeld, maar in werkelijkheid zit hier een ingewikkeld systeem achter.

Normaal is de hartslag bij volwassenen in rust tussen de 60 en 100 slagen per minuut. 

Slide 27 - Diapositive






De hartslag kan gemakkelijk
    gemeten worden door de kloppingen te
    tellen van een bloedvat in de pols vlak
    onder de duim. Dit wordt de polsslag genoemd.
   

Slide 28 - Diapositive

Ritme
Normale hartslag: regelmatig
“Normaal” zijn alle hartslagen even krachtig en gelijkmatig

Onregelmatige hartslag kan wijzen op een stoornis in de werking van het hart

Je noteert bij onregelmatig ritme: 85 IRR

Slide 29 - Diapositive

Afwijkende hartfrequentie
Verhoogde hartfrequentie: tachycardie
Oorzaken: emoties, koorts, bloedingen, hartafwijkingen, bepaald medicatiegebruik

Verlaagde hartfrequentie: bradycardie
Oorzaken: conditieverbetering, tijdens de slaap, een hersenaandoening, bij hartafwijkingen, bepaald medicatiegebruik, in een later stadium van shock


Slide 30 - Diapositive

Bloeddruk

Slide 31 - Diapositive

Wat zegt je bloeddruk over je gezondheid?

  • Hoge bloeddruk slecht op de lange termijn: beschadiging bloedvat
  • Lage bloeddruk kan zorgen voor duizeligheid en flauwvallen.

Slide 32 - Diapositive

Wat is hypertensie
A
te lage bloeddruk
B
te hoge bloeddruk
C
een normale bloedruk
D
te druk in de klas

Slide 33 - Quiz

Bloeddruk
Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk

Slide 34 - Diapositive

Slagaderverkalking
Door:

Stress
Roken
Cholesterol 
Hoge bloeddruk

Slide 35 - Diapositive

Hart- en vaatziekten voorkomen
Erfelijke factoren en leefstijl spelen een rol

Gezond eten, onverzadigde vetten (laag cholesterol), weinig zout en weinig alcohol 

Slide 36 - Diapositive

Doodsoorzaken

Slide 37 - Diapositive

Bloeddruk

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Vidéo

Aandachtpunten saturatie meten
  • Kijk naar de zorgvrager, niet alleen naar de getallen; wat zie je?
  • Nagellak kan de meting beinvloeden
  • Door koude handen is de meting moeilijker uit te voeren (geen mooie curve)

VS

Goede curve
Slechte curve

Slide 41 - Diapositive

Saturatie
  • Gezonde mensen saturatie 96- 100 %
  • COPD/ hartfalen saturatie 92-100%
  • Lager dan 95% overleg arts
  • Lager dan 90% overwegen toedienen van zuurstof. Altijd inoverleg met de arts.

Slide 42 - Diapositive

Wat meet je bij de saturatie?
A
De bloeddruk van de patient
B
Percentage zuurstof in de vinger
C
Het percentage hemoglobine gebonden met zuurstof
D
Het percentage hemoglobine gebonden met koolzuur

Slide 43 - Quiz

Slide 44 - Vidéo

EINDE!!

Slide 45 - Diapositive