Grammatica herhaling - unit 3

Welcome
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welcome

Slide 1 - Diapositive

Winter break

Slide 2 - Diapositive

Goals
  • Aan het einde van de les kun je de grammatica regels correct toepassen.

Slide 3 - Diapositive

Today's planning

  • Grammar recap                                     10 min
  • Worksheet                                               20 min

Slide 4 - Diapositive

Grammar: vergelijkingen
  • Vergelijkingen: vergrotende trap en overtreffende trap.

Vergrotende trap: ...-er than / more ... than
Overtreffende trap: the ... -est / the most ...

Slide 5 - Diapositive

Grammar: vergelijkingen
  • Vergelijkingen: bij 1 lettergreep gebruiken we -er (than) en (the) -est
  • Bij de vergrotende trap staat er vaak 'than' achter de vergelijking.
  • Bij de overtreffende trap staat er vaak 'the' voor de vergelijking.

Big - bigger than
Scary - scarier than
Tall - the tallest
Tiny - the tiniest

Slide 6 - Diapositive

Grammar: vergelijkingen
  • Vergelijkingen: bij 2 of meer lettergrepen gebruiken we more (than) en (the) most

She is very powerful - I am more powerful than she is
This movie is interesting - It is the most interesting film ever

Slide 7 - Diapositive

Grammar: present continuous
Iets is bezig op het moment; aan het werken, zitten te spelen
To be + hele werkwoord + -ing
  • He is walking home at the moment
  • I am driving now.  
  • I am watching TV right now

Slide 8 - Diapositive

Grammar: present continuous
Negatieve zin: 
am / is / are + not + hele werkwoord
  • I am not working at the moment

Vraag zin:
am, is, are aan het begin
  • Are you working at the moment?

Slide 9 - Diapositive

Grammar: present continuous
Let op:
Woorden die eindigen op een -e
  • live - living
  • move - moving
Woorden die eindigen op -ie
  • lie - lying
  • die - dying
Dubbele letters
  • get - getting
  • swim - swimming

Slide 10 - Diapositive

Grammar: present continuous vs present simple

Present Simple:
  • Gebruiken bij gewoontes (often, never, always, sometimes)
  • I see him every Sunday

Present continuous:
  • Gebruiken als iets nu bezig is of aan de gang is (right now, now, at the moment)
  • am / are / is + werkwoord + -ing 
  • I am talking to you right now

Slide 11 - Diapositive

Let's get to work
What: do the grammar worksheet
How: read the questions carefully before answering. Use the grammar we just discussed to answer the questions.
Help: teacher
Time: 20 minutes
Done?: you can do something for yourself   
timer
20:00

Slide 12 - Diapositive