Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Herhaling passé composé en bezittelijk voornaamwoord
Qu'est-ce que c'est, le passé composé?
Wat is de passé composé?
A
het bijvoeglijk naamwoord
B
het voltooid deelwoord
C
het bezittelijk voornaamwoord
D
het lidwoord
1 / 19
suivant
Slide 1:
Quiz
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Qu'est-ce que c'est, le passé composé?
Wat is de passé composé?
A
het bijvoeglijk naamwoord
B
het voltooid deelwoord
C
het bezittelijk voornaamwoord
D
het lidwoord
Slide 1 - Quiz
Bonjour classe!
Aujourd'hui, on répète la grammaire
- passé composé
- bezittelijk voornaamwoord
Slide 2 - Diapositive
Uit hoeveel delen bestaat een passé composé?
Slide 3 - Question ouverte
Bij regelmatige werkwoorden, haal je voor de passé composé de -er eraf. Wat moet je dan nog toevoegen?
A
é
B
è
C
e
D
er
Slide 4 - Quiz
Onregelmatige werkwoorden werken anders, de juiste vorm weet je alleen door deze uit je hoofd te leren
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Goed of fout:
Jij hebt een hond gehad
Tu as eu un chien
A
goed
B
fout
Slide 6 - Quiz
De passé composé van 'faire'
De passé composé van 'avoir'
De passé composé van 'être'
fait
été
eu
Slide 7 - Question de remorquage
Wij hebben een film gekeken
A
nous regardé un film
B
nous avons un film
C
nous avons regardé un film
D
nous avez regardé un film
Slide 8 - Quiz
Maak de passé composé:
Ik heb bezocht (bezoeken = visiter)
Slide 9 - Question ouverte
Het bezittelijk voornaamwoord
Wat is dat ook alweer?
Slide 10 - Diapositive
Het bezittelijk voornaamwoord past zich aan, aan het woord dat erachter staat
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Het bezittelijk voornaamwoord
Er zijn verschillende manieren om bijvoorbeeld 'mijn' te zeggen
Welke je moet gebruiken, hangt af van het woord dat erachter staat
Slide 12 - Diapositive
Welke verschillende manieren zijn er om 'mijn' te zeggen
Slide 13 - Question ouverte
Het bezittelijk voornaamwoord
Je kijkt dus altijd eerst naar het bezit zelf
J'ai une soeur
soeur = vrouwelijk, dus:
c'est
ma
soeur
Slide 14 - Diapositive
Waar is jouw vader?
Où est ..... père?
A
ton
B
ta
C
tes
Slide 15 - Quiz
Zijn hond is ziek
..... chien est malade
A
mon
B
ton
C
son
D
sa
Slide 16 - Quiz
Haar broer is hier
A
son
B
sa
C
ses
Slide 17 - Quiz
Goed of fout:
c'est ma actrice préférée
A
goed
B
fout
Slide 18 - Quiz
het bezittelijk voornaamwoord
Twee klinkers achter elkaar klinkt niet lekker
Als een vrouwelijk woord met een klinker begint, gebruik je geen ma, ta of sa, maar mon, ton of son
Slide 19 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Semaine 3: Delta 1
Janvier 2021
- Leçon avec
16 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
2h4 - vr061023
Octobre 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Chapitre 1H
Octobre 2022
- Leçon avec
14 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2TH H.3 C
Mars 2021
- Leçon avec
17 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
passé composé en bezittelijk voornaamwoord
Novembre 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Adjectif possessif (bezittelijk voornaamwoord)
Novembre 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Les 12, bezit. vnw. + herhalen 2vwo
Octobre 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
1V par. 2.5 bezittelijk voornaamwoord + passé composé
Novembre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2