7.1 Ecologie - individu

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Thema 7: ecologie

Even herhalen: de organisatieniveaus

Organisatieniveau van groot naar klein

1. organenstelsel- orgaan - weefsel - cel - organel
2. organenstelsel- orgaan - weefsel - organel - cel
3. orgaan - organenstelsel - weefsel - cel - organel
4. orgaan - organenstelsel - weefsel - organel - cel

Bij welk organisatieniveau hoort de definitie: 'een groep organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied. '

1. Juist
2. Onjuist

Na het organisatieniveau populatie komt ...

1. Organisme
2. Levensgemeenschap
3. Ecosysteem
4. Orgaan

Wat bestuderen we in de ecologie?

1. In de ecologie bestuderen we alle relaties (betrekkingen) tussen organismen en hun milieu
2. In de ecologie bestuderen we een milieu
3. In de ecologie bestuderen we de invloeden die afkomstig zijn van de levende natuur
4. A en B zijn beide goed

Welk organisatieniveau wordt NIET gebruikt in de ecologie?

1. Ecosysteem
2. Organisme
3. Orgaanstelsel
4. Populatie

Ecologie

• Organisme: een levend wezen
• Populatie: een groep organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied. 
• Levensgemeenschap: alle populaties (biotische factoren)  binnen een bepaald gebied. 
• Ecosysteem: alle biotische (levende) en abiotische (niet levende) factoren binnen een bepaald gebied. 
• Biosfeer: alle ecosystemen samen. 

Het organisatieniveau wat de
afbeelding laat zien is......?

1. individu
2. populatie
3. levensgemeenschap
4. ecosysteem

Welk organisatieniveau uit de ecologie is zichtbaar op de afbeelding?

1. Individu
2. Populatie
3. Levensgemeenschap
4. Ecosysteem

Merels en mussen die leven in het zelfde bos behoren tot dezelfde populatie.

1. juist
2. onjuist

je doet onderzoek aan een vijver. Je meet van alles: temperatuur, stroomsnelheid, pH, zuurstofgehalte. Ook worden micro-organismen, planten en dieren uit de vijver bestudeerd.
Het betreft dus een onderzoek op welk organisatieniveau?

1. ecosysteem
2. levensgemeenschap
3. organisatie
4. populatie

Emergente eigenschap

• To emerge = zomaar tevoorschijn treden
• In hogere organisatieniveaus zijn processen mogelijk (en te bestuderen) die lagere organisatieniveaus niet kunnen uitvoeren

Dichtheid (aantal organaismen per m2) is een emergente eigenschap van een ...

1. Individu
2. Populatie
3. Levensgemeenschap
4. Ecosysteem

een emergente eigenschap op populatieniveau

1. biotische factor
2. geslachtverhouding
3. klimaat
4. mutatie

op welk organisatieniveau is voortplanting een emergente eigenschap?

1. cellen
2. organen
3. organismen
4. populaties

Op welk organisatieniveau wordt predatie waarneembaar?

1. organisme
2. populatie
3. levensgemeenschap
4. ecosysteem

biotische of abiotische factoren?

• Biotische factoren: factoren uit de levende natuur
• Abiotische factoren: levenloze factoren.

Het voedsel van een watervlo:

1. biotisch
2. abiotisch

Takjes om een nestje te bouwen zijn een

1. biotische factor
2. abiotische factor

welke hoort er niet bij?

1. pH van de bodem
2. luchtvervuiling
3. predatoren
4. lichtintensiteit

Abiotische factoren

• Micro- en macroklimaat
• Bodem: water, zuurstof, humus, pH, mineralen, temperatuur.
• Lucht: intensiteit, daglengte, fijnstof, temperatuur
• Water: pH, mineralen temperatuur

Verspreidingsgebied

= het gebied waar individuen van een bepaalde soort voorkomen

tolerantie: het vermogen van organismen om schommelingen in een abiotische factor te verdragen 

Optimumkromme

Optimum: waarde waar de abiotische factor het gunstigst is voor een organisme

Welke soort heeft de grootste tolerantie voor watertemperatuur

1. Lemna minor
2. Lemna turionifera
3. Spirodela ployrhiza

Welke invloed heeft klimaatopwarming op het tolerantiegebied en het verspreidingsgebied van soorten?

1. tolerantiegebied en verspreidingsgebied verschuiven beide
2. tolerantiegebied verschuift, verspreidingsgebied blijft gelijk
3. tolerantiegebied blijft gelijk, verspreidingsgebied verschuift
4. beide blijven gelijk

Er is een verband tussen de tolerantie en het verspreidingsgebied van een soort.

Bekijk de afbeelding. Welke soort heeft het grootste verspreidingsgebied?

1. soort A
2. soort B
3. soort C
4. soort D

Huiswerk 

- Lees paragraaf 7.1 

,....