Hulpwerkwoord en voltooid deelwoord

Hulpwerkwoord en voltooid deelwoord
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Hulpwerkwoord en voltooid deelwoord

Slide 1 - Diapositive

Wat is het hulpwerkwoord?
Hij is op zijn knie gevallen.

Slide 2 - Carte mentale

Wat is het voltooid deelwoord?
Hij is op zijn knie gevallen.

Slide 3 - Carte mentale

Wat is het hulpwerkwoord?
Jan heeft alle auto's gemaakt.

Slide 4 - Carte mentale

Wat is het voltooid deelwoord?
Jan heeft alle auto's gemaakt.

Slide 5 - Carte mentale

Wat is het hulpwerkwoord?
Wij hebben in het koor gezongen.

Slide 6 - Carte mentale

Wat is het voltooid deelwoord?
Wij hebben in het koor gezongen.

Slide 7 - Carte mentale

Wat is het hulpwerkwoord?
Gisteren is mijn oma op vakantie gegaan.

Slide 8 - Carte mentale

Wat is het voltooid deelwoord?
Gisteren is mijn oma op vakantie gegaan.

Slide 9 - Carte mentale

In welke tijd staat deze zin?
Hij rent over de straat.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd

Slide 10 - Quiz

In welke tijd staat deze zin?
Wij liepen door de stad.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd

Slide 11 - Quiz

In welke tijd staat deze zin?
Rosa en John zijn gisteren getrouwd.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd

Slide 12 - Quiz

In welke tijd staat deze zin?
Rinske viel over een dikke tak.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd

Slide 13 - Quiz

In welke tijd staat deze zin?
Wij hebben de klas geveegd.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd

Slide 14 - Quiz

In welke tijd staat deze zin?
Dit is de laatste vraag.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd

Slide 15 - Quiz