Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Diagnostische toets
ELEKTRICITEIT
Slide 1 - Diapositive
timer
2:00
Elektriciteit gaat over:
Slide 2 - Carte mentale
Slide 3 - Diapositive
Welke vloeistof geleidt stroom?
timer
0:30
A
sla-olie
B
citroensap
C
zuiver water
D
wasbenzine
Slide 4 - Quiz
Welke energie omzetting vindt plaats in een batterij?
timer
0:30
A
chemische in elektrisch
B
beweging in elektrisch
C
zonne-energie in elektrisch
D
beweging in warmte
Slide 5 - Quiz
koolstoflamp
Slide 6 - Diapositive
Welke combinatie bevat een geleider?
timer
0:30
A
hout-plastic-steen
B
zand-glas-kunststof
C
glas-ijzer-rubber
D
lucht-hout-plastic
Slide 7 - Quiz
Hoeveel spanning levert een autoaccu?
timer
0:30
A
U = 230 V
B
U = 12 V
C
U = 4,5 V
D
U = 1,5 V
Slide 8 - Quiz
Welke 'bron' is geen spanningsbron?
timer
0:30
A
batterij-accu
B
dynamo-generator
C
windmolen
D
zonnecellen
Slide 9 - Quiz
De spanning van een platte batterij is 4,5 V. Dit schrijven we als:
timer
0:30
A
I = 4,5 V
B
S = 4,5 V
C
A = 4,5 V
D
U = 4,5 V
Slide 10 - Quiz
Welke soort(en) energie levert een lamp?
timer
0:30
A
licht en warmte
B
alleen licht
C
alleen warmte
D
geen
Slide 11 - Quiz
Welke combinatie van grootheid en eenheid horen bij elkaar?
timer
0:30
A
spanning en ampère
B
stroomsterkte en volt
C
spanning en volt
D
volt en ampère
Slide 12 - Quiz
Welke spanning levert het lichtnet?
timer
0:30
A
U = 1,5 V
B
U = 12 V
C
U = 230 V
D
U = 4,5 V
Slide 13 - Quiz
Welke omzetting vindt er plaatst in een dynamo (generator)?
timer
0:30
A
chemisch in elektrisch
B
beweging in elektrisch
C
zonne energie in elektrisch
D
elektrisch in chemisch en beweging
Slide 14 - Quiz
Welke eenheid hoort er bij spanning?
timer
0:30
A
ampère
B
volt
C
ohm
D
watt
Slide 15 - Quiz
Geef een andere naam voor een voltmeter?
timer
0:30
A
stroommeter
B
spanningsmeter
C
thermometer
D
ampèremeter
Slide 16 - Quiz
Welke stof is geen geleider?
timer
0:30
A
ijzer
B
goud
C
kunststof
D
zink
Slide 17 - Quiz
De stroomsterkte (I = grootheid) is een maat voor het aantal elektrische deeltjes dat in een bepaalde tijd op een plek in de schakeling voorbij komt. De eenheid van stroomsterkte is de ampere (A).
Slide 18 - Diapositive
Welke grootheid hoort bij de eenheid Ampère?
timer
0:30
A
U
B
P
C
I
D
R
Slide 19 - Quiz
Welke energie vindt plaats in een zonnecel?
timer
0:30
A
chemisch in elektrisch
B
beweging in elektrisch
C
zonne energie in elektrisch
D
warmte in elektrisch
Slide 20 - Quiz
Een lampje is aangesloten op een batterij van 12V en heeft een vermogen van 36W bereken de stroom door de lamp heen?
timer
1:00
Slide 21 - Question ouverte
Dit plaatje is een voorbeeld van wat voor type schakeling?
timer
0:30
Slide 22 - Question ouverte
In welke van deze schakeling zullen de lampjes het felste schijnen?
timer
0:30
A
Links
B
Midden
C
Rechts
D
Allemaal even fel
Slide 23 - Quiz
Alle lampjes zijn gelijk aan elkaar. Welke spanning geeft de spanningsmeter aan?
timer
0:30
A
16V
B
72V
C
24V
D
8V
Slide 24 - Quiz
De stroom door deze schakeling is 2,0A. Bereken het vermogen van 1 lampje.
timer
1:00
Slide 25 - Question ouverte
Hoeveel is de stroom die door het rood omlijste lampje gaat?
A
2,0A
B
1,4A
C
4,0A
D
1,6A
Slide 26 - Quiz
Wat is het verschil tussen vermogen en spanning?
timer
1:00
Slide 27 - Question ouverte
Op dit onderdeel moet ik nog gaan oefenen voor de komende toets voor natuurkunde