6.1 - De overheid

Paragraaf 6.1; wat is de overheid
Leerdoelen: 
  1. Welke verschillende overheden er bestaan in Nederland.
  2. Waarom de overheid veel zaken regelt.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 6.1; wat is de overheid
Leerdoelen: 
  1. Welke verschillende overheden er bestaan in Nederland.
  2. Waarom de overheid veel zaken regelt.

Slide 1 - Diapositive

Lagen binnen de overheid
De overheid in Nederland bestaat uit drie lagen, namelijk:

1. Het Rijk

2. De provincies

3. De gemeente

Slide 2 - Diapositive

Lagen binnen de overheid
De eerste laag, het Rijk, noemen we ook wel de Rijksoverheid óf de centrale overheid. De Rijksoverheid regelt zaken vanuit Den Haag die voor het hele land belangrijk zijn.

De ministers bedenken samen met de minister-president maatregelen om ons land goed te besturen.

De Eerste- en Tweede Kamer moeten de plannen van ministers goedkeuren en controleren. De Tweede kamer wordt door de bevolking gekozen. Door te stemmen vanaf je 18e heb je dus invloed op de plannen van de overheid.

Slide 3 - Diapositive

De gemeente
De gemeente regelt alles in je woonplaats. Ze is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor jeugd- en ouderenzorg. Ook voor een paspoort, rijbewijs of bromfietscertificaat moet je bij de gemeente zijn.

Een gemeente wordt bestuurd door de burgemeester en wethouders. Samen noemen we ze de B en W (burgemeester en wethouders).

De gemeenteraad moet de plannen van B en W goedkeuren
en controleren. De gemeenteraad wordt gekozen door de
inwoners van de gemeente.

Slide 4 - Diapositive

De provincie
Het bestuur van de provincie is verantwoordelijk voor de indeling van het grondgebied van de provincie. Zij bepaalt onder andere: 

  1. waar steden en dorpen mogen uitbreiden;
  2. waar ruimte is voor natuurgebied;
  3. waar een industrieterrein mag komen;
  4. waar wegen tussen dorpen en steden moeten komen.

Slide 5 - Diapositive

De lagere overheden
Het Rijk is de belangrijkste laag van de overheid. De gemeenten en de provincies behoren tot de lagere overheden. In totaal kennen we drie lagere overheden in Nederland, namelijk:

  1. de provincies;
  2. de gemeenten;
  3. de waterschappen.

De waterschappen beheren het water in hun gebied. Ze nemen maatregelen tegen voerstromingen en zuiveren het afvalwater.

Slide 6 - Diapositive

De particuliere sector
De particuliere sector wordt gevormd door bedrijven en organisaties die niet tot de overheid behoren en die streven naar winst.

Slide 7 - Diapositive

De collectieve sector
De overheid en instellingen die zorgen voor de sociale zekerheid (bijvoorbeeld het UWV) noem je de collectieve sector. Zij zorgen voor voorzieningen waar iedereen gebruik van mag maken, en leveren goederen en diensten zonder winst te maken.

Slide 8 - Diapositive

Collectieve goederen en diensten
Collectieve goederen (en diensten) zijn goederen en diensten waarvan alle burgers gebruik kunnen maken. Ze worden door de overheid betaald en geleverd.

Slide 9 - Diapositive

Collectieve goederen
De overheid zorgt voor collectieve goederen, omdat:
 
-De voor sommige van deze voorzieningen niet iedereen apart kunt laten betalen.
- De overheid de kwaliteit ervan zelf wil regelen.
- De overheid wil dat ze betaalbaar blijven voor iedereen.

Slide 10 - Diapositive

Wat is een ander woord voor de Rijksoverheid?
A
de provincies
B
de gemeenten
C
de centrale overheid

Slide 11 - Quiz

Welke begrippen horen er op de plaats van de vraagtekens te staan?

De plannen van de burgemeester en ? moeten worden goedgekeurd en gecontroleerd door de ?.
A
wethouders & gemeenteraad
B
gemeenteraad & wethouders
C
B en W & wethouders
D
B en W & gemeenteraad

Slide 12 - Quiz

Welke overheid behoort niet tot de lagere overheid?
A
het Rijk
B
de provincies
C
de gemeenten
D
de waterschappen

Slide 13 - Quiz

Van welke sector is hier sprake?

A
Particuliere sector
B
Collectieve sector

Slide 14 - Quiz