4.7 Grammatica zinsdelen: samengestelde zinnen MOLJ

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

N
E
D
E
R
L
A
N
D
S

Slide 2 - Diapositive

Wat je in deze les leert ... 


§4.7 Grammatica zinsdelen


 Enkelvoudige zinnen
Samengestelde zinnen
Dubbele zinsdeelstreepjes

Slide 3 - Diapositive

Zinsdelen benoemen, hoe dan? 
1. persoonsvorm(en) onderstrepen
2. zinsdeelstrepen (dubbele)
3. werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde
4. onderwerp
5. lijdend voorwerp
(6. meewerkend voorwerp)

Slide 4 - Diapositive

Ik weet het weer en benoem de zinsdelen!


  • Als   mensen   in   natuurparken   rondrijden,   doen   ze   vreemde   dingen.

  • Als / mensen / in natuurparken / rondrijden // doen / ze / vreemde dingen.
  •                 o                   (bwb)                    pv + wg          pv+wg       o                 lv          


Slide 5 - Diapositive

Nog eentje, benoem de zinsdelen
  • Ze gaan uit de auto omdat ze hun kinderen een onvergetelijk moment willen bezorgen. 



  • Ze / gaan/ uit de auto // omdat / ze / hun kinderen / een onvergetelijk moment / willen 
  •  o    pv+wg                                               o              mv                                            lv                                wg
  • bezorgen.

Slide 6 - Diapositive

De enkelvoudige zin

De enkelvoudige zin heeft één persoonsvorm.
Deze zin is altijd een hoofdzin =  o+pv of pv+o naast elkaar 

Hij luistert goed naar zijn nieuwe trainer.
Voetbalt zij sinds kort bij ADO?

Slide 7 - Diapositive

De samengestelde zin
Deze bestaat uit twee of meer zinnen.
Bevat twee of meer persoonsvormen.

In wildparken doen mensen vreemde dingen, omdat ze hun kinderen een onvergetelijk moment willen bezorgen.


Slide 8 - Diapositive

Hoofdzin en bijzin(nen)

De samengestelde zin bestaat uit twee of meer zinnen:

hoofdzin + hoofdzin
hoofdzin + bijzin
óf
bijzin + hoofdzin

Slide 9 - Diapositive

De bijzinsvolgorde
In een bijzin staan alle werkwoorden, inclusief de persoonsvorm aan het eind van de zin. 
De pv en o staan uit elkaar. Je kunt een ander woord tussen de pv+o zetten. Probeer maar met 'niet'

In wildparken doen mensen vreemde dingen, omdat ze hun kinderen een onvergetelijk moment willen bezorgen.

Slide 10 - Diapositive


                         Uit Ta!ent 

Slide 11 - Diapositive

Ik heb morgen een toets, dus ga ik vroeg naar bed.
A
hoofdzin+hoofdzin
B
hoofdzin+bijzin
C
bijzin+hoofdzin

Slide 12 - Quiz

Terwijl de regen met bakken uit de hemel komt, zitten wij lekker binnen.
A
hoofdzin+hoofdzin
B
hoofdzin+bijzin
C
bijzin+hoofdzin

Slide 13 - Quiz

Ik denk, dat het morgen weer droog is.
A
hoofdzin+hoofdzin
B
hoofdzin+bijzin
C
bijzin+hoofdzin

Slide 14 - Quiz

Wat?
§ 4.7 Grammatica zinsdelen:  opdrachten 1, 3, 4, 5
Hoe?
Online Ta!ent , leerwerkboek + schrift
Hulp?
Boek, theorie online, klasgenoot, Mol
Resultaat?
Huiswerk
Leerdoel?
Enkelvoudige en samengestelde zinnen
Klaar?
Daltontaak, lezen, huiswerk
timer
20:00

Slide 15 - Diapositive

Wat weet je nu?


enkelvoudige zinnen
samengestelde zinnen
dubbele zinsdeelstreepjes

Slide 16 - Diapositive

Einde van de les

Slide 17 - Diapositive

Taaluitdaging
Beschrijf een boek, film, 
tv-serie, toneelstuk, 
musical of game
in precies vijf woorden!

Slide 18 - Diapositive

Typ hier jouw vijf woorden...

Slide 19 - Question ouverte