bijvoeglijk nw en ww op ER (voorbereiding TW2 GL2)

bijvoeglijk nw 
(plaats en vorm)
en ww op ER
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

bijvoeglijk nw 
(plaats en vorm)
en ww op ER

Slide 1 - Diapositive

Waar hoort het bijvoeglijk nw. Voor of achter het ZELFSTANDIG NW?
A
Ma TANTE française
B
Ma française TANTE

Slide 2 - Quiz

Waar hoort het bijvoeglijk nw. Voor of achter het ZELFSTANDIG NW?
A
une HISTOIRE nouvelle
B
une nouvelle HISTOIRE

Slide 3 - Quiz

Waar hoort het bijvoeglijk nw. Voor of achter het ZELFSTANDIG NW?
A
une VIE difficile
B
une difficile VIE

Slide 4 - Quiz

Waar hoort het bijvoeglijk nw. Voor of achter het ZELFSTANDIG NW?
A
une petite contente FILLE
B
une petite FILLE contente
C
une contente FILLE petite
D
une FILLE petite contente

Slide 5 - Quiz

Waar hoort het bijvoeglijk nw. Voor of achter het ZELFSTANDIG NW?
A
un SAC vert
B
un vert SAC

Slide 6 - Quiz

Waar hoort het bijvoeglijk nw. Voor of achter het ZELFSTANDIG NW?
A
un PROBLÈME grand
B
un grand PROBLÈME

Slide 7 - Quiz

Waar hoort het bijvoeglijk nw. Voor of achter het ZELFSTANDIG NW?
A
un VILLAGE beau espagnol
B
un beau espagnol VILLAGE
C
un beau VILLAGE espagnol
D
un VILLAGE beau espagnol

Slide 8 - Quiz

Waar hoort het bijvoeglijk nw. Voor of achter het ZELFSTANDIG NW?
A
un FRÈRE petit
B
un petit FRÈRE

Slide 9 - Quiz

Waar hoort het bijvoeglijk nw. Voor of achter het ZELFSTANDIG NW?
A
la MAIN gauche
B
la gauche MAIN

Slide 10 - Quiz

Waar hoort het bijvoeglijk nw. Voor of achter het ZELFSTANDIG NW?
A
une TANTE vieille
B
une vieille TANTE

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste VORM van het bijvoeglijk nw?
A
2 petit filles
B
2 petite filles
C
2 petits filles
D
2 petites filles

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste VORM van het bijvoeglijk nw?
A
un petit garçon
B
un petite garçon
C
un petits garçon
D
un petites garçon

Slide 13 - Quiz

Wat is de juiste VORM van het bijvoeglijk nw?
A
une beau fille
B
une beaux fille
C
une belle fille
D
une belles filles

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste VORM van het bijvoeglijk nw?
A
une bon idée
B
une bone idée
C
une bonne idée
D
une bons idée

Slide 15 - Quiz

Wat is de juiste VORM van het bijvoeglijk nw?
A
un vieux homme
B
un vieille homme
C
un vieuxs homme
D
un vieilles homme

Slide 16 - Quiz

Wat is de juiste VORM van het bijvoeglijk nw?
A
une vieux dame
B
une vieille dame
C
une vieuxe dame
D
une vieilles dame

Slide 17 - Quiz

Wat is de juiste VORM van het bijvoeglijk nw?
A
une table bleu
B
une table bleue
C
une table bleus
D
une table bleues

Slide 18 - Quiz

ww op ER
Schrijf de juiste vorm op:
Elle ___________ (regarder) la téle

Slide 19 - Question ouverte

ww op ER
Schrijf de juiste vorm op:,
nous _________(écouter) une chanson

Slide 20 - Question ouverte

ww op ER
Schrijf de juiste vorm op:
ma mère ___(chanter) une chanson

Slide 21 - Question ouverte

ww op ER
Schrijf de juiste vorm op:
mes parents ____(habiter) à Paris

Slide 22 - Question ouverte

ww op ER
Schrijf de juiste vorm op:
tu ____(manger) une pizza?

Slide 23 - Question ouverte

ww op ER
Schrijf de juiste vorm op:
vous _____(aimer) les pommes?

Slide 24 - Question ouverte