VMBO 2 par 3.3 hoe is het geregeld

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Check
  • Alle banen bij bedrijven en alle mensen die werken of werk zoeken, noem je samen de:........?
  • Voorbeeld van geschoold en ongeschoold werk
  • Wie is de werkgever en wie is de werknemer?
  • Wat is een arbeidsovereenkomst?
  • Wat is een vaste en een tijdelijke baan?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Paragraaf 3.3
Hoe is het geregeld?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
  • Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO)
  • Bruto - Netto loon (formule)
  • Arbowet en Arbeidstijdenwet
  • Minimumloon

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
  • Collectieve arbeidsovereenkomst

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Arbeidsovereenkomst
  • CAO = Collectieve Arbeidsovereenkomst
       een overeenkomst voor een hele bedrijfstak

  • Bedrijfstak = groep gelijksoortige bedrijven
    (supermarkten, banken, bakkers enzovoort)
Uitleg
een groep mensen die gezamenlijk één of meerdere belangen nastreeft door middel van samenwerking.

Slide 7 - Diapositive

is een schriftelijke overeenkomst waarin afspraken over de arbeidsvoorwaarden staan. Deze afspraken zijn gemaakt tussen de werkgevers en werknemers. 
Bijv.: loon, betaling van overwerk, werktijden, proeftijd, opzegtermijn of pensioen
Lesdoel
  • Bruto - Netto loon

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bruto loon en Netto loon
Bruto loon = salaris dat je verdient, dat in je overeenkomst staat.

De werkgever houdt loonbelasting en sociale premies in op het bruto loon en betaald dit aan de overheid
Netto loon = salaris dat je op je rekening gestort krijgt

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bruto loon en Netto loon
Bruto = wat je verdient 
Netto = wat je krijgt op je rekening

Bruto is meer, Netto is minder!!!

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld Bruto en Netto loon
  • Formule:
     Netto loon =    Bruto loon -  ( loonbelasting + premies )
Voorbeeld
Bruto loon = € 1900
Loonbelasting = €170 Sociale premies = €100

Reken het netto salaris uit. Let op de haakjes!!!

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld Bruto en Netto loon
  • Formule:
     Netto loon =    Bruto loon -  ( loonbelasting + premies )

  • Voorbeeld
    Bruto loon = € 1900
    Loonbelasting = €170       Sociale premies = €100

    Netto loon = 1900 - (170 + 100) = € 1630

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
  • Arbowet en Arbeidstijdenwet

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wetten
Wetten die werknemers beschermen
  • Arbowet
    gezonde en veilige werkomgeving


  • Arbeidstijdenwet
    werk- en pauze tijden

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
  • Minimumloon

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jong en werken?
Minimumloon vanaf 21 jaar
Minimumjeugdloon vanaf 15 tot 21 jaar
www.scholieren.nibud.nl   

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Check ✅
  • Wat is een cao?
  • Bruto en Netto loon formule?
  • Wat is de arbowet? 
  • Wat is de arbeidstijdenwet?
  • Minimumloon 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag 3.3
Maak opdrachten 28t/m 41 op blz. 76 t/m 79

Klaar?
Maak de herhalingsopdrachten van 3.3 op blz. 91
Maak de rekenvragen 1 t/m 4 op blz.64
Vragen?
Steek je hand op, ik kom eraan

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen
Lees de theorie van de les nog eens goed door en maak daarna de vragen van  deze lesson up.
Succes!

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een CAO?
A
Centrale Arbeidsovereenkomst
B
Collectieve Arbeidsonderneming
C
Centrale Arbeidsonderneming
D
Collectieve Arbeidsovereenkomst

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is CAO?
A
afspraken over de Arbeidsvoorwaarden
B
ingeschreven staan bij het UWV
C
redenen om te willen werken
D
een bedrijf die daklozen helpt aan werk

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor wie geld een CAO?
A
iedereen binnen een bedrijfstak
B
alle werknemers van NL
C
iedereen van een bepaald bedrijf

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de overheid de belastingen verlaagt?
A
dan stijgt het bruto loon
B
dan neemt de consumptie af
C
dan stijgt het netto loon
D
dan geef je minder uit

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Meneer Boet heeft een bruto loon afgesproken met zijn werkgever van €4200. Aan loonheffing en sociale moet meneer Boet € 1500 euro afdragen. Hoeveel is zijn Netto Loon
A
€4200
B
€ 1500
C
€ 2700
D
€ 1700

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het geld wat je op de rekening gestort krijgt, dat is je
A
Netto loon
B
Bruto loon

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Netto loon is
A
bruto loon + loonbelasting + premies
B
bruto loon minus vakantiegeld
C
bruto loon - (loonbelasting+premies)
D
altijd te weinig

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1) bruto loon is lager dan netto loon
2) tussen bruto en netto loon zitten belastingen en werkgeverspremies
A
beide juist
B
1 juist 2 onjuist
C
1 onjuist 2 juist
D
beide onjuist

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met een tijdelijke baan heb je werk voor?
A
bepaalde tijd
B
onbepaalde tijd
C
altijd
D
zonder proeftijd

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Netto loon is
A
bruto loon + loonbelasting + premies
B
bruto loon minus vakantiegeld
C
bruto loon - (loonbelasting+premies)
D
altijd te weinig

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vanaf welke leeftijd is er sprake van 100% Wettelijk minimumloon
A
21
B
22
C
24
D
23

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 2 wetten beschermen de werknemers
A
UWV en Arbowet
B
Arbowet en wettelijke gelijkheid
C
Arbowet en Arbeidstijdenwet
D
Arbeidstijdenwet en UWV

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met een tijdelijke baan heb je werk voor?
A
bepaalde tijd
B
onbepaalde tijd
C
altijd
D
zonder proeftijd

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een CAO?
A
Centrale Arbeidsovereenkomst
B
Collectieve Arbeidsonderneming
C
Centrale Arbeidsonderneming
D
Collectieve Arbeidsovereenkomst

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Juist of onjuist?
Het minimumloon is voordelig voor werkgevers.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze wet regelt de werk- en rusttijden
A
Arbowet
B
Arbeidstijdenwet

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe jonger iemand is hoe lager het minimumloon is?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions