Biologie mavo2 Verbranding en Ademhaling 1.7 Ademhaling bij dieren

1.7 Ademhaling bij Dieren
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1.7 Ademhaling bij Dieren

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aanpassingen bij vogels

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vogels
luchtzakken

Slide 10 - Diapositive

2 neusopeningen boven snavel
neuskamer
longen klein en kunnen niet groter of kleiner worden
vogel heeft luchtzakken die wel uitzetten
Luchtzakken
  • De longen van vogels worden niet groter of kleiner, maar de luchtzakken wel.
  • Inademen: luchtzakken worden  groter
  • Uitademen: luchtzakken worden kleiner

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vogels
Longen zonder longblaasjes
- de longen bewegen niet

En luchtzakken
- luchtzakken bewegen wel

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Luchtzakken

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij inademen komt er zuurstofrijke lucht in de achterste luchtzak.
en een deel stroomt de longen in.

Bij uitademen stroomt de voorste luchtzak leeg en de lucht uit de achterste luchtzak wordt naar de longen geperst. 

Zo komt er bij inademen en bij uitademen zuurstof via de longen in het bloed terecht. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ademhaling bij dieren

Slide 15 - Diapositive

alle organismen doen aan stofwisseling en dus ook aan gaswisseling

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke manier halen eencelligen adem
A
Die halen geen adem
B
zuurstof gaat vanzelf hun cel in
C
Ze hebben geen zuurstof nodig, dus ook geen adem
D
Ze openen hun cel even

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarmee halen insecten adem?
A
kieuwen
B
tracheën
C
longen
D
huid

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een insect haalt adem door:
A
zijn ribben op en neer te bewegen
B
door door de lucht te vliegen en lucht in te laten
C
door zijn achterlijf platter te maken
D
door zijn stigma's open te zetten

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke onderdelen bestaan de kieuwen van vissen?
A
kieuwbogen en kieuwplaatjes
B
Kieuwplaatjes en kieuwdeksels
C
Kieuwdeksels en stigmata
D
Stigmata en kieuwbogen

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vissen halen met hun kieuwen zuurstof uit ......?
A
water
B
voedsel
C
de lucht

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vissen ademen met kieuwen. In welk onderdeel worden de gassen uitgewisseld?
A
kieuwplaatjes
B
kieuwbogen
C
kieuwdeksel
D
kieuwholte

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

hoe halen vogels adem?
A
tracheen
B
kieuwen
C
door hun huid
D
longen

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is waar?
A
Zoogdieren zijn de enige groep dieren die op het land leven
B
Zoogdieren zijn de enige groep dieren die via longen ademen
C
Zoogdieren zijn de enige groep dieren die levendbarend zijn
D
Zowel de huid van de zoogdieren als de huid van vogels is bedekt met haren.

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke manier ademt een vogel?
A
De lucht stroomt door de mond langs de longblaasjes.
B
De lucht stroomt door de mond langs de kieuwplaatjes.
C
Door een pompende beweging stroomt de lucht langs tracheeën
D
De luchtzakken vullen zich steeds met lucht die langs de longen stroomt.

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stelling: Eencellige dieren die hebben geen extra organen om adem te halen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe haalt een eencellig diertje adem?
A
Longen
B
Celwand
C
Celmembraan
D
Huid

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk



opdracht 1 t/m 7




Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions