Hoofdstuk 1 paragraaf 2 De Grote Oorlog

De Grote Oorlog
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De Grote Oorlog

Slide 1 - Diapositive

Leg in je eigen woorden uit hoe de Olympische Spelen het nationalisme beïnvloedde

Slide 2 - Question ouverte

Leg in je eigen woorden uit wat vooruitgangsgeloof is.

Slide 3 - Question ouverte

Doelen voor deze les: 
  • Je kan uitleggen wie elkaar bestreden in de Eerste Wereldoorlog en waardoor de oorlog ontstond. 
  • Je kan uitleggen hoe de oorlog begon. 
  • Je kan uitleggen hoe de oorlog verliep in het oosten. 
  • Je kan uitleggen hoe de oorlog verliep in het westen. 
  • Je kan de 3 belangrijkste landen in de geallieerden noemen. 
  • Je kan de 3 belangrijkste landen in de centralen noemen. 
  • Je kan 2 landen noemen die zich later aansluiten en bij wie zij zich toen aansloten. 
  • Je kan uitleggen wat een wereldoorlog is.
  • Je kan uitleggen wat militarisme is. 
  • Je kan uitleggen wat een wapenwedloop is. 
  • Je kan uitleggen wat mobilisatie is. 
  • Je kan uitleggen wat loopgraven zijn. 
  • Je kan uitleggen wat een tweefrontenoorlog is. 
  • Je kan uitleggen wat de gevolgen waren van de vrede tussen Rusland en Duitsland. 
  • Je kan 2 voorbeelden noemen van nieuwe wapens tijdens de Eerste Wereldoorlog. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Noem 2 directe en 2 indirecte oorzaken van de Eerste Wereldoorlog.

Slide 6 - Question ouverte

De oorzaken van de oorlog
Eerste Wereldoorlog van 1914-1918. 

Geallieerden aan het begin van de oorlog: 
  1. Groot-Brittannie
  2. Frankrijk
  3. Rusland
  4. Italie(Later)
  5. VS (Later)

Centralen aan het begin van de oorlog: 
  1. Duitsland
  2. Oostenrijk-Hongarije
  3. Ottomaanse Rijk (Later)



Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Oorzaken van de oorlog

De Eerste Wereldoorlog werd een wereldoorlog genoemd omdat er veel volken in de wereld meededen. 

Slide 9 - Diapositive

Oorzaken van de oorlog
Oorzaken Eerste wereldoorlog: 

  1. Frankrijk wilde wraak voor de verloren Frans-Duitse oorlog. 
  2. Opkomende nationalisme in de landen. 
  3. Duitsland en Rusland wilden meer macht in de wereld. 
  4. Frankrijk en Rusland sloten een alliantie dat als één aangevallen werd door Duitsland, zij elkaar zouden helpen. 
  5. Veel landen zagen oorlog als de manier om hun eigen land te versterken. 
  6. Militiarisme. 

Slide 10 - Diapositive

Oorzaken Eerste Wereldoorlog

Militairisme en nationalisme leidden voor de Eerste Wereldoorlog tot een Wapenwedloop: Meer wapens en krachtigere wapens. 

Slide 11 - Diapositive

Leg uit hoe Duitsland een tweefrontenoorlog wilde voorkomen.

Slide 12 - Question ouverte

Een snelle start
  1. 28 juni 1914: Kroonprins Frans Ferdinand wordt doodgeschoten bij een bezoek aan Sarajevo. 
  2. Volgen Oostenrijk was de moordenaar gestuurd door Servie. 
  3. Oostenrijk besluit Servie te straffen voor de moord. 
  4. Oostenrijk krijgt steun van Duitsland om Servie te straffen. 
  5. Servie krijgt steun van Rusland als Oostenrijk, Servie zou aanvallen. 
  6. Rusland krijgt weer steun van Frankrijk. 
  7. Maand na de moord verklaard Oostenrijk de oorlog aan Servie. 
  8. Rusland mobiliseert hierop zijn leger. 
  9. Als reactie op dat Rusland zijn leger mobiliseert verklaart Duitsland, Rusland de oorog. 
  10. Frankrijk mobiliseert hierop zijn leger, waarop Duitsland, Frankrijk de oorlog verklaart. 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Een snelle start
  1. 03 augustus trekt het Duitse leger het neutrale Belgie binnen, om op deze manier de minder goed verdedigde noordgrens van Frankrijk aan te vallen en Frankrijk zo binnen 7 weken te verslaan. 
  2. Door de schending van de Belgische neutraliteit verklaart Groot-Brittannie Duitsland de oorlog. 
  3. Het Duitse leger rukt snel op via Belgie en Frankrijk, maar het Frans leger weet op het nippertje te voorkomen dat Parijs wordt ingenomen. 
  4. Hierop graven de legers zich in in loopgraven. Vanaf de Switerse grens tot aan de Noordzee. 
  5. Doordat het plan faalden ontstond er een Tweefrontenoorlog: Oorlog die op 2 gebieden gevochten werd. (Oostfront en het Westfront)

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Strijd aan het oostfront
  1.  Duitsers wilden met het Von Schlieffenplan een tweefrontenoorlog voorkomen. 
  2. De Duitsers hadden verwacht dat de Russen pas na een aantal weken konden aanvallen. 
  3. Maar de Russen vielen binnen een aantal weken al Oostenrijk en Duitsland aan. 
  4. Het Russisch offensief wordt snel tot stilstand gebracht. 
  5. Omdat het westfront is vastgelopen in een loopgravenoorlog worden er in 1915 troepen verplaatst van het westfront naar het oostfront. 
  6. Zij veroveren de Baltische staten, een deel van Russisch Polen en verdreven de Russen uit Oostenrijk. 

Slide 17 - Diapositive

Leg uit waarom Rusland eerder uit de oorlog stapte.

Slide 18 - Question ouverte

Strijd aan het oostfront
  1. Na een nieuw offensief dringen de Russen door tot in diepe delen van Oostenrijk. 
  2. Door een tegenoffensief van de Duitsers worden de Russen terug gedreven. 
  3. Begin 1917 treedt de Tsaar af na een opstand in Rusland. 
  4. Nieuwe regering zet de oorlog voort. 
  5. Maar in 1918 sluit de Russische regering vrede met Duitsland omdat grote groepen soldaten deserteren.. 

Slide 19 - Diapositive

Strijd aan het oostfront
De vrede van Brest-Litovsk verliest Rusland grote delen van Zuid-Rusland,Baltische Staten en Oekraine. 

Slide 20 - Diapositive

Leg uit waarom na de overgave van Rusland, de Duitsers alles inzetten om de oorlog zo snel mogelijk te beëindigen.

Slide 21 - Question ouverte

Strijd aan het Westfront
  1. Vanaf 1914 was het front nauwelijks veranderd. Wel vielen er meer dan 100.000 doden. 
  2. In 1917 verklaart Amerika de oorlog aan Duitsland. 
  3. Na de vrede met Rusland verplaatsten de Duitsers bijna alle troepen naar het westfront.  Waardoor zij in 1918 voor het eerst  10 kilometer oprukken. 
  4. Amerika had in het begin van de oorlog een klein leger, maar in 1918 verschenen er maandelijks 250.000 extra Amerikaanse troepen in Frankrijk. 
  5. Vanaf augustus 1918 kunnen de uitgeputte Duitsers het niet meer aan en worden zij terug gedrongen. 
  6. Op 11-11-1918 om 11:00 uur geeft Duitsland zich over en wordt er een wapenstilstand afgekondigd. 

Slide 22 - Diapositive

Leg het verband uit tussen het groot aantal burgerslachtoffers en een nieuwe manier van oorlog voeren.

Slide 23 - Question ouverte

Strijd aan het westfront
Tijdens de eerste wereldoorlog zijn er 10 miljoen militaire gesneuveld. 

Het was ook de eerste oorlog waarin Burgers ook erg leden. Steden en dorpen werden verwoest of weggevaagd en burgers werden vermoord of weggevoerd. 

Slide 24 - Diapositive

Noem 3 nieuwe wapens van de Eerste Wereldoorlog.

Slide 25 - Question ouverte

Strijd aan het westfront
Nieuwe wapens: 
  1. Tanks.
  2. Vliegtuigen.
  3. Onderzeeboten. 
  4. Gifgas.

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Aan de slag: Huiswerk
  1. Maken paragraaf 1.2. 
  2. Nakijken paragraaf 1.2. 
  3. Nakijken vorige paragraaf. 
  4. Leren leerdoelen 1.2. 

Slide 28 - Diapositive

Waardoor gaf Rusland zich over?

Slide 29 - Question ouverte

Leg je in eigen woorden uit waarom Duitsland zich overgaf.

Slide 30 - Question ouverte

Huiswerk
  1. Maken paragraaf 1.2. 
  2. Nakijken paragraaf 1.2. 
  3. Nakijken vorige paragraaf. 
  4. Leren leerdoelen 1.2. 

Slide 31 - Diapositive