LV, MV, BWP

1 / 10
suivant
Slide 1: Vidéo
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

‘Nu vraag ik jullie, willen ze inderdaad een aanslag plegen op de school?’

Slide 2 - Diapositive

‘Nu vraag ik jullie, willen ZE inderdaad een aanslag plegen op de school met een bom?’
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp

Slide 3 - Quiz

Onderwerp
wie/wat + WWG
Wie willen plegen? --> ze

Slide 4 - Diapositive

‘Nu vraag ik jullie, willen ze inderdaad EEN AANSLAG plegen op de school met een bom?’
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 5 - Quiz

LIJDEND VOORWERP
Enkel bij werkwoordelijk gezegde
wie/wat + WWG + O?
Wat willen ze plegen? --> een aanslag

Slide 6 - Diapositive

Nu vraag ik JULLIE, willen ze een aanslag plegen op de school met een bom?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 7 - Quiz

MEEWERKEND VOORWERP
Enkel bij werkwoordelijk gezegde
aan wie/wat + WWG + O + LV
Aan wie vraag ik of ze een aanslag willen plegen? --> aan jullie

Slide 8 - Diapositive

‘Nu vraag ik jullie, willen ze inderdaad een aanslag plegen OP DE SCHOOL ?’
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 9 - Quiz

BIJWOORDELIJKE BEPALING
Zowel bij WWG als bij NWG.
Geeft extra uitleg.
Kan weggelaten worden.
Er kunnen meerdere bijwoordelijke bepalingen in 1 zin zitten.
Waarom? Waar? Wanneer? Hoe? Hoe vaak? Hoelang?
Waar willen ze een aanslag plegen? (WWG)  --> op de school 
Ik ben bang in het donker. (NWG) --> Waar ben ik bang? --> in het donker

Slide 10 - Diapositive