ME Les 5 muziek

Muziek MIDDEL-
EEUWEN
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
MuziekMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Muziek MIDDEL-
EEUWEN

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een relikwie/reliek?
A
De preekstoel
B
Een overblijfsel van een heilige wat wordt vereerd
C
Het doopwater om kinderen mee te dopen
D
Een beeld van een heilige in de Rooms Katholiek kerk.

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Kies het juiste begrip bij de afbeelding
A
Martelaar
B
Reliekschrijn
C
Timpaan
D
Laatste oordeel

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat wordt hier afgebeeld?
A
De hof van Gethsemane
B
De annunciatie
C
Het laatste oordeel
D
Geen van de gegeven antwoorden is juist

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Reliëfs met het laatste oordeel sieren het boogveld boven de ingang van veel kerken. Waarom zou men deze voorstelling juist boven de ingang van een kerk plaatsten?
A
Dit is puur ter decoratie, zo werden gelovigen aangemoedigd naar de kerk te gaan..
B
De kunstenaar kreeg hier de vrije hand om iets moois te maken en zijn eerbied voor god te laten zien.
C
Het drukte de gelovige met hun neus op de gevolgen die hun daden na hun dood hebben.
D
Dit was een eerbetoon aan de paus en degene die de bouw van de kerk financierde.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom was het Laatste Oordeel een populair onderwerp in de middeleeuwen
A
er konden veel personen worden afgebeeld
B
men vond het leuk om naar de straffen in de hel te kijken
C
het stimuleerde mensen om nog strenger te geloven

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Liturgie is:
A
Alle gebeden, rituelen en handelingen die horen bij een kerkdienst
B
De dag waarop God over alle (ook eerder gestorven) mensen een oordeel over goed (hemel) en kwaad (hel) velt
C
Bid en werk
D
Toneelspel, vooral in de late Middeleeuwen en vroegrenaissance, waarin het lijden en de kruisiging van Christus het hoofdthema is.

Slide 7 - Quiz

A: Liturgie
B: Laatste oordeel
C: Ora et Labora
D: Passiespel
Wat voor muziekstijl hoor je hier?
A
bourdon
B
organum
C
neumen
D
Gregoriaans

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is gregoriaanse muziek altijd a capella?
A
omdat er nog geen goede instrumenten waren
B
kloosters bezaten geen instrumenten
C
omdat de menselijke stem het beste instrument is
D
instrumenten zouden de aandacht afleiden van de tekst

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

een kenmerk van het gregoriaans:
A
eenstemmig
B
syllabisch
C
melismatisch
D
polyfoon

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is dit voorbeeld melismatisch of syllabisch?
A
melismatisch
B
syllabisch

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Luister naar Vox Nostra Resonet . Dit fragment is tweestemmig. 

4. Sleep de pinnen naar de juiste antwoorden.


Melismatisch
Syllabisch
De onderstem is
De bovenstem is

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke typisch middeleeuws instrument hoor je?
Fragment
A
zink
B
dwarsfluit
C
draailier
D
doedelzak

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

melismatis organum
de oorspronkelijke melodie gezongen door de eerste stem, maar deze gaat in lange noten zingen. Deze stem of 'cantus firmus' heet nu geen 'vox principalis' meer, maar tenor (latijn: tenor = 'de voortduur, het aanhouden'). De tweede stem zingt nu daarboven in melismen, in versierde stijl en is melodisch en ritmisch vrijer dan de tenor. Deze stem heet nu duplum (uit het latijn: 'het dubbele').

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstaan van meerstemmigheid
  • Parallel organum:  rond 900. Hierbij zingt de tweede stem (vox organalis) parallel aan de eerste stem (vox principalis) op een vaste afstand, meestal een kwart of kwint
  • Vrij organum: In de 11e eeuw begon de tweede stem vrijer te bewegen ten opzichte van de eerste stem. Dit betekende dat de stemmen niet langer strikt parallel bewogen, maar ook tegenbeweging en zijdelingse bewegingen gebruikten
  • Melismatisch organum: Begin 12e eeuw ontwikkelde zich het melismatisch organum, waarbij de eerste stem (nu tenor genoemd) lange noten zong, terwijl de tweede stem (duplum) daarboven complexe melismen zong.
  • Notre-Dame organum: In de late 12e en vroege 13e eeuw, vooral in de Notre-Dame van Parijs, werd organum verder ontwikkeld door componisten zoals Léonin en Pérotin. Zij introduceerden meer stemmen en complexere ritmische structuren, wat leidde tot de bloei van de polyfonie.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Homofoon / Polyfoon
Polyfoon

Verschillende partijen zingen/spelen tegelijkertijd andere noten/ritmes maar soms ook andere teksten

Homofoon
Verschillende partijen zingen/spelen allemaal grotendeels hetzelfde ritme 
Video voorbeeld: In deze video zie je imitatie + stemparen + polyfonie + homofonie

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke typisch middeleeuws instrument hoor je?
Welke compositie- technieken
zie je?
A
imitatie
B
stemparen
C
tegenbeweging
D
parallelle beweging

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke typisch middeleeuws instrument hoor je?
Welke stem heeft de cantus firmus?
A
sopraan
B
alt
C
tenor
D
bas

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke typisch middeleeuws instrument hoor je?
Dit fragment:
A
is volledig homofoon.
B
is volledig polyfoon.
C
begint homofoon, eindigt polyfoon.
D
begint polyfoon, eindigt homofoon.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Motet
- Kerkelijk
- Vocaal werk
- Latijn
- Polyfonie (imitatie, canon en stemparen)
- Korter dan een mis
Tekstafbeelding
Madrigaal
- Wereldlijk 
- Vocaal werk
- Italiaans
- Amusement op hoog niveau
- Experimenteren (dissonanten)
- Tekst is belangrijk
Chanson
- Wereldlijk
- Vocaal werk
- Frans
- Eenvoudiger (hits)
- Polyfonie en homofonie
Mis
- Kerkelijk
- Vocaal werk
- Latijn
- Grote composities
- Vaste gezangen
- Meerstemmig

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wereldlijke muziek
  • Weinig bewaard gebleven
  • Waarschijnlijk eenstemmig gezongen
  • Ritmischer en dynamischer dan kerkmuziek
  • In de volkstaal
  • Syllabisch
  • Troubadours / trouvères / minnesänger (vaak zelf van adel)
  • tekst moet goed verstaanbaar zijn
  • Begeleid door instrumenten: harp, luit, vedel, trommels, tamboerijn.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wereldlijke muziek
  • kunstliederen van troubadours (eerste singer-songwriters)                                            
  • troubadours (zelf van adel) reizen, later ook verbonden aan hof
  • onderwerp troubadours: Hoofse liefde
  • dansmuziek door speellieden
  • ontstaan van het refrein (herkenbaarheid, meezingen)


Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions