Werkwoordspelling

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Werkwoordspelling

Ons wordt verteld dat werkwoordspelling saai wordt gevonden door studenten.

PV

VDW

Hele w.w.

V.t.

T.t.

XTC Koffieshop

Ik-vorm + t

3e pers.

2e pers.

1e pers.

E.v.

M.v.

Ik-vorm + de

Ik-vorm + te

Ons is verteld dat werkwoordspelling saai wordt gevonden door studenten.

PV

VDW

Hele w.w.

V.t.

T.t.

XTC Koffieshop

Ik-vorm + t

3e pers.

2e pers.

1e pers.

E.v.

M.v.

Ik-vorm + de

Ik-vorm + te

Ons wordt verteld dat werkwoordspelling saai wordt gevonden door studenten.

PV

VDW

Hele w.w.

V.t.

T.t.

XTC Koffieshop

Ik-vorm + t

3e pers.

2e pers.

1e pers.

E.v.

M.v.

Ik-vorm + de

Ik-vorm + te

In een zin met één werkwoord is dat werkwoord altijd:

1. Het hele werkwoord
2. De persoonsvorm
3. Het voltooid deelwoord
4. Het onderwerp

In één zin kunnen de persoonsvorm, het voltooid deelwoord EN het hele werkwoord NIET allemaal staan.

1. Waar
2. Niet waar
3. Meestal waar
4. Zelden waar

Een voltooid deelwoord (VDW) staat in de

1. verleden tijd
2. tegenwoordige tijd
3. voltooide tijd
4. toekomstige tijd

Onderwerp en persoonsvorm moeten:

1. in dezelfde tijd staan
2. vragend gemaakt kunnen worden
3. in de 1e, 2e of 3e persoon staan
4. in hetzelfde getal staan

Bij de PV, T.t, E.v., 3e pers krijg je altijd een 't' achter de ik-vorm

1. waar
2. niet waar

Het voordeel van de getalproef is dat je:

1. goed leert hoofdrekenen
2. weet of pv en ond. hetzelfde getal hebben
3. naast de pv ook het ond. vindt
4. weet hoeveel pv's in de zin staan

In een zin met drie werkwoorden staan altijd een:

1. pv en een heel w.w.
2. pv en een vdw
3. heel w.w. en een vdw
4. pv, vdw en heel w.w.

Met de geboden lesstof kan ik mij voldoende voorbereiden op de toets:

😒🙁😐🙂😃

De docent biedt mij de lesstof op een goede manier aan

110