Quiz Thema 6


Bekijk de afbeelding hiernaast. 
Welk soort snavel zie je op de afbeelding? 
 
A
kegelsnavel
B
pincetsnavel
C
zeefsnavel
D
haaksnavel
1 / 19
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon


Bekijk de afbeelding hiernaast. 
Welk soort snavel zie je op de afbeelding? 
 
A
kegelsnavel
B
pincetsnavel
C
zeefsnavel
D
haaksnavel

Slide 1 - Quiz


Bekijk de afbeelding hiernaast. 
Welk soort voedsel eet de vogel van de afbeelding?  
A
insecten
B
planten en diertjes
C
zaden
D
vlees

Slide 2 - Quiz


Bekijk de afbeelding hiernaast.
Geef de namen van de nummers 2 en 4. 
A
2 = bladgroenkorrel, 4 = huidmondje
B
2 = huidmondje 4 = bladgroenkorrel
C
2 = bladmoes 4 = nerf

Slide 3 - Quiz

Als je plantaardig voedsel eet, eet je steeds andere delen van de plant. Welke delen van de plant je eet wanneer je onderstaand voedsel eet?
blad
stengel
wortel
bloem
vrucht

Slide 4 - Question de remorquage


Welke naam hoort bij de volgende omschrijving?
 ‘Verschillende soorten konijnen in de duinen van Egmond, de planten die in de duinen groeien en alle andere organismen die er leven.’
A
Ecosysteem
B
Individu
C
Levensgemeenschap
D
Populatie

Slide 5 - Quiz

Geef aan welke organismen consumenten en welke producenten zijn.
consument
producent
alg
mossel
mens
vissen
planten

Slide 6 - Question de remorquage


Bekijk de afbeelding hiernaast. Op welk(e) van de genummerde plaatsen vindt verbranding plaats?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quiz


Is de stelling juist of onjuist?
a. Door verbranding daalt de hoeveelheid zuurstof in de lucht.
b. Planten maken alleen in het licht glucose. 
A
a. juist b. juist
B
a. juist b. onjuist
C
a. onjuist b. juist
D
a. onjuist b. onjuist

Slide 8 - Quiz


Hoe worden alle factoren bij elkaar in de afbeelding genoemd?
A
Ecosysteem
B
Levensgemeenschap
C
Populatie
D
Individu

Slide 9 - Quiz


Bekijk de voedselketen hiernaast.
Welke plek heeft het konijn in de voedselkringloop?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent
D
Afvaleter

Slide 10 - Quiz


Uit hoeveel ketens bestaat de kortste voedselketen?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 11 - Quiz


Op 1 roos leven wel 100 bladluizen, hier eten 10 lieveheersbeestjes van.
Hoe ziet de piramide van aantallen eruit?
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz


Welke stoffen ontbreken in de kringloop hiernaast?
A
Fotosynthese Verbranding
B
Glucose Water
C
Stikstof Koolstof
D
Energie Glucose

Slide 13 - Quiz


Juna zegt: Alle voedingstoffen die wij eten komen uiteindelijk van de zon.
Tigo zegt: Zonder bacteriën en schimmels kunnen de planten niet groeien.
Wie heeft er gelijk?
A
Juna
B
Tigo
C
Juna & Tigo
D
Geen van beiden

Slide 14 - Quiz


Een vetplant slaat een voorraad water op in de bladeren. Is dit een aanpassing aan een biotische of aan een abiotische factor? Leg je antwoord uit. 

Slide 15 - Question ouverte

haaksnavel
zeefsnavel
pincetsnavel
kegelsnavel
Sleep de afbeelding van de soort snavel en het soort voedsel naar het juiste hokje.

Slide 16 - Question de remorquage


Bekijk de afbeelding hiernaast. Waar is het koolstofdioxide gehalte na 3 uur het laagst?
A
Bak 1, hier vindt verbranding plaats.
B
Bak 1, hier vindt fotosynthese plaats.
C
Bak 2, hier vindt verbranding plaats.
D
Bak 2, hier vindt fotosynthese plaats.

Slide 17 - Quiz


Bekijk de afbeelding hiernaast. Waar vindt verbranding plaats?
A
1, 2 & 3
B
1 ,3 & 4
C
2, 3 & 4
D
1, 2, 3 & 4

Slide 18 - Quiz



De voedselpiramide in de afbeelding is een piramide van biomassa. 
- de havik weegt 1 kg
- de koolmezen wegen bij elkaar 5 kg 
- de rupsen wegen bij elkaar 10 kg
- de eik heeft blaadjes die gezamenlijk 100 kg wegen.
Welke bewering is dan juist?
A
Uit 1 kilo biomassa in koolmezen, wordt 1 kilo biomassa in de havik gevormd.
B
Uit 5 kilo biomassa in rupsen wordt 1 kilo biomassa in de havik gevormd.
C
Uit 10 kilo biomassa in rupsen wordt 5 kilo biomassa in koolmezen gevormd.
D
Uit 10 kilo biomassa in de eik wordt 5 kilo biomassa in de rupsen gevormd.

Slide 19 - Quiz